voorkoming van waterslag een terugslagklep ingebouwd te
worden.
6.5. Elektrische aansluiting
OFF
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd
worden door een gekwalificeerd elektriciën
overeenkomstig de plaatselijke verordeningen.
Volg alle veiligheidsinstructies.
De pompset dient op een juiste wijze geaard te zijn.
Verbind de aarde in de aansluitdoos met een gemerkt
teken
.
Vergelijk de frequentie en voltage met de waarden op
het typeplaatje en sluit de fasen aan overeenkomstig
het schema in de aansluitdoos.
LET OP: Geen metalen voorwerpen in de
kabelopening tussen aansluitdoos en stator
laten vallen, anders motor demonteren en
voorwerp verwijderen.
LET OP: bij motorvermogens boven 5,5 kW
voorkom directe inschakeling. Plaats een
schakelkast met ster/driehoekschakelaar of
andere startvoorziening.
Wanneer de aansluitbox voorzien is van een
kabelwartel, gebruik flexibele elektrische kabel van het
type H07RN-F met artikel over de kabel niet minder
dan 11 TAB IEC 60335-1.
Wanneer de aansluitbox is voorzien van een
doorvoerbus, sluit de elektrische kabel aan met behulp
van een mantel.
Bij gebruik in zwembaden, vijvers en soortgelijke
situaties, is het noodzakelijk dat een aardlekschakelaar
van maximaal 30 mA in de voeding wordt opgenomen.
Installeer een schakelaar waarbij elke fase van de
toevoer uitgeschakeld kan worden. De opening tussen
de contacten dient minimaal 3 mm te zijn.
Bij een 3-fase motor dient men een motorbeveiliging,
overeenkomstig met curve D de nominale motorstroom
te gebruiken.
1-fase NMM, NMDM, CM, pompen zijn uitgevoerd met
een condensator en (voor 220 en 240 V, 50 Hz) met
een ingebouwde thermische beveiliging.
ATTENTIE:
Bij
frequentieregeling, de minimale frequentie mag
niet lager uitkomen op 25 Hz en in elk geval
de totale opvoerhoogte van de pomp mag niet
lager zijn dan 3 m.
7. INSCHAKELEN EN GEBRUIK
7.1. Controles alvorens in te schakelen
Het apparaat mag niet ingeschakeld worden wanneer
er beschadigde onderdelen zijn.
7.2. Eerste inschakeling
OFF
LET OP: Laat de pomp nooit drooglopen.
Start de pomp nadat deze volledig is gevuld met
vloeistof.
Als de pomp geplaatst is boven waterniveau
(zuigbedrijf par. 12.3 fig. 2) of wanneer de voordruk te
toepassing
met
een
www.bedu.nl
laag is (lager dan 1 m) om de terugslagklep te openen,
vul de pomp door de vulaansluiting (par. 12.3 fig. 3).
Als men werkt bij een positieve voordruk, vult men
de pomp door de zuigklep par. 12.3 fig. 2 langzaam
volledig te openen en houdt men de persklep open om
lucht te laten ontsnappen (en ontluchtingsklep met de
NMD pompen). Openen voor lucht vrijgave.
Controleer of de pomp met de hand gedraaid kan
worden. Voor dit doel hebben de kleinere pompen een
schroevendraaier inkeping aan de ventilatorzijde van
de as.
Schakel de pomp aan met een gesloten persafsluiter.
Open deze langzaam om de vereiste capaciteit te
behalen binnen het prestatiegebied dat vermeld staat
op het typeplaatje.
Bij een 3-fase motor controleert men dat de as
draait in de richting van de pijl op het pomphuis. Indien
de draairichting onjuist is, dan dient men de verbinding
van 2 fasen te verwisselen.
Nooit de pomp laten draaien tegen een
gesloten afsluiter langer dan 5 minuten.
Langer draaien zonder doorstroming in de pomp
veroorzaakt vervaarlijke toename van temperatuur of druk.
7.3. UITSCHAKELEN
ON
Het apparaat moet uitgeschakeld worden in
elk geval waarin er problemen zijn tijdens het
functioneren (zie opsporen van defecten).
Het product is ontworpen voor een continue
functionering; het wordt pas uitgezet door de stroom uit
te schakelen door middel van de daarvoor voorziene
ontkoppelingssystemen (zie par. 6.5 Elektrische
aansluiting).
8. ONDERHOUD
Alvorens enige onderhoudswerkzaamheid uit te
voeren moet het apparaat uitgeschakeld worden door
alle energiebronnen los te koppelen.Wend u zo nodig
tot een elektriciën of ervaren technicus.
Elke werkzaamheid voor het onderhoud,
reinigen of repareren die wordt uitgevoerd
terwijl er spanning op de elektrische installatie
staat kan ernstige, ook dodelijke, ongelukken
tot gevolg hebben voor de personen.
In het geval van buitengewoon onderhoud of
onderhoudswerkzaamheden waarvoor delen van de
machine gedemonteerd moeten worden, moet de
operator die het onderhoud uitvoert een geschoold
technicus zijn die in staat is om de schema's en
tekeningen te lezen en begrijpen.Het is verstandig om
een register bij te houden van alle uitgevoerde ingrepen.
Tijdens het onderhoud moet speciaal worden
i
opgelet dat geen vreemde delen, ook van
kleine afmetingen, binnenglippen en in het
circuit terechtkomen; ze zouden een storing
kunnen veroorzaken en de veiligheid van het
apparaat in gevaar kunnen brengen.
Vermijd iedere willekeurige handeling met
blote
handen.
handschoenen die waterdicht zijn voor de
demontage en reiniging.
Gebruik
beschermende
NL