Domina Oasi C 24 E
Opmerking - Indien na het opstarten de branders niet ontsteken en het verklikkerlichtje dat de brander
uitgevallen is brandt, wacht dan ongeveer 15 seconden, zet knop A (fig. 23) op RESET en laat hem los. De
elektronische reset-functie zal de opstartprocedure herhalen. Indien na de tweede poging de ketel nog
altijd niet werkt, raadpleeg dan de alinea "Oplossingen voor mogelijke problemen".
Opmerking - Als er een stroomonderbreking is terwijl de ketel in werking is, dan zullen de branders
automatisch uitdoven en terug ontsteken als er terug stroom is.
5.03 Afsluiten van het toestel
Sluit de gaskraan en sluit de elektriciteitstoevoer af.
Belangrijk : Als de ketel lange tijd niet gebruikt zal worden tijdens de winter is het aan te raden om
het water uit het toestel af te laten (centrale verwarmingscircuit en warm-water-circuit) om vorstschade
te voorkomen. U kunt ook enkel het water uit het warm-watercircuit aflaten en een speciaal anti-vries
product toevoegen aan het centrale verwarmingssysteem.
5.04 Controles uit te voeren nadat het toestel voor de eerste maal werd opgestart
Controleer of er geen lekken zijn in het gas- en watercircuit. Controleer of de ketel goed opstart door
een aantal opstart- en afsluittests uit te voeren aan de hand van de regelingsknop. Controleer
de efficiëntie van het lucht-/rookgaskanaal tijdens de werking van de ketel. Controleer of het
gasverbruik aangegeven op de meter overeenkomt met de waarde in tabel 3. Controleer of het water
correct circuleert tussen de ketel en de centrale verwarming. Controleer, wanneer het toestel op de
"winter"-stand staat en er een warmwaterkraan wordt opengedraaid, of de centrale verwarmingspomp
stilvalt en er onmiddellijk warm water geproduceerd wordt. Controleer, wanneer het toestel op de
"zomer"-stand staat, of de brander correct ontsteekt en afslaat wanneer een warmwaterkraan open en
dicht wordt gedraaid. Controleer of het debiet en de temperatuur van het warm water overeenkomen
met de tabel. Vertrouw hierbij niet op empirische metingen. De temperatuur moet gemeten worden
met speciale meetapparatuur en zo dicht mogelijk bij de ketel, rekening houdend met warmteverlies
in de buizen. Controleer of de gasklep correct moduleert zowel tijdens een fase van verwarming
als tijdens de productie van warm water.
5.5 Verifi ëren en controleren van de verbrandingsgassen
De ketel is uitgerust met een rookgasthermostaat om de veiligheid te verhogen en meer controle
te hebben op de uitstoot van verbrandingsgassen. Als de schoorsteen niet goed genoeg trekt dan
zal de thermostaat de gasklep sluiten.
Wanneer de rookgasthermostaat (Total Security) vervangen moet worden, gebruik dan enkel originele
onderdelen en zorg ervoor dat de elektrische aansluitingen correct zijn uitgevoerd. Zorg ervoor dat
de rookgasthermostaat niet beschadigd wordt tijdens de montage (bv. verander de plaatsing van de
thermostaatklemmen niet) en sluit de thermostaat nooit af. Als de thermostaat herhaaldelijk een foutje
vertoont, neem dan contact op met een gespecialiseerde firma
40