• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhit-
ting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de
installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voor-
komen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en
brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van on-
derhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektri-
cien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er
dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit
en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het
normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale over-
heidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool
BEDIENINGSPANEEL
1. Controlelampje
2. ON/OFF schakelaar
3. Temperatuurregelaar (warmst)
4. Temperatuurdisplay
5. Temperatuurregelaar (koudst)
6. COOLMATIC indicator
7. COOLMATIC schakelaar
Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de schakelaar ON/OFF.
3) Indien er een wateraansluiting voorzien is.
zijn recyclebaar.
1
2
3
3)
4
5 6 7
Bedieningspaneel
5