Gebruiksaanwijzing
voor luchtbediende slangafsluiters
5. Inbedrijfstelling
Bij werkzaamheden mogen geen voorwerpen (bijv.
schroeven, gereedschappen) in de installatie te-
rechtkomen.
5.1 Voorwaarden
Stel de slangafsluiter pas in bedrijf als de volgende maatregelen
zijn genomen:
Î
De slangafsluiter moet stevig met de noodzakelijke aanslui-
tingen verbonden zijn.
Drukregelaar/drukbegrenzer moet in de stuurdrukleiding ge-
Î
monteerd en ingesteld zijn.
Î
Eventueel noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen moeten
aanwezig en operationeel zijn.
De verdraagzaamheid van het transportmedium met het ma-
Î
teriaal van de slangafsluiter moet door de exploitant aange-
toond zijn.
De werking van alle installatieonderdelen is getest. Bij be-
Î
schadigingen dient de installatie onmiddellijk te worden ge-
stopt.
Opmerking
Voor inbedrijfstelling dient de volledige slangafslui-
ter met aansluitonderdelen op dichtheid te worden
getest.
Leid bij explosieve of toxische transportmedia de stuurlucht in
een gescheiden, gesloten luchtafvoersysteem om bij een de-
fect van een manchet mogelijk uitstromen naar de atmosfeer
te voorkomen.
5.2 Normale werking
Gebruik de slangafsluiter uitsluitend reglementair. Neem de vei-
ligheidsinstructies in acht.
Op de slangafsluiter aangebrachte beschermings- en veilig-
heidsvoorzieningen of waarschuwingen mogen niet verwijderd
worden. Zonder stuurdruk staat de slangafsluiter open. Het sluit
pas bij de optimale stuurdruk.
Bij beschadigingen moet de slangafsluiter onmiddellijk van iede-
re druk ontlast en buiten bedrijf gesteld worden.
Als de toegestane bedrijfs-/stuurdruk of de toegestane bedrijfs-
temperatuur werd onder- of overschreden, moet de manchet van
de slangafsluiter gecontroleerd worden.
AKO Armaturen & Separationstechnik GmbH
Adam-Opel-Str. 5
65468 Trebur-Astheim
DUITSLAND
6. Onderhoud en instandhouding
6.1 Algemene informatie
nderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden mogen alleen
bij ontlaste stuurdruk uitgevoerd worden. Het systeem moet
uitgeschakeld en drukloos zijn. De stuurdrukleiding moet ge-
scheiden zijn van de slangafsluiter. De elektrische voeding van
aangebouwde onderdelen (bijv. aan de drukschakelaar) moet
losgenomen worden.
Er moet voor worden gezorgd dat er geen sprake
is van een explosieve atmosfeer.
Als er tijdens het onderhoud gevaarlijke stoffen vrij kunnen ko-
men moeten er veiligheidsmaatregelen genomen worden (bijv.
persoonlijke beschermingsmiddelen).
Aanwijzingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingen bij het
transportmedium staan vermeld op het bijbehorende veiligheids-
gegevensblad.
Alle afzonderlijke delen dienen regelmatig op schade te worden
gecontroleerd en bij geconstateerde schade en slijtage te wor-
den vervangen.
6.2 Inspectie
De levensduur van de manchet is afhankelijk van de stuurdruk,
de kwaliteit van de manchet, de toepassingstemperaturen, het
transportmedium, de nominale wijdte, de lastwisselingstijd/-fre-
quentie, de aansturing en de componenten ervan.
Controleer om de 3 maanden of de slangafsluiter correct
Î
werkt. Al naargelang de bedrijfsomstandigheden kan het no-
dig zijn om de werking in andere/kortere intervallen te con-
troleren.
Leg de inspectie-intervallen aan de hand van het soort be-
Î
drijfsomstandigheden en frequentie van de bediening vast.
Î
Controleer de manchet met regelmatige tussenpozen op slij-
tage en beschadiging.
»
Als bij een elastomeermengsel van de slangafsluiter-
manchet dat licht in aanraking komt met het product,
het eronder liggende elastomeer zichtbaar is, dan is de
slangafsluitermanchet versleten en moet deze worden
vervangen.
»
Als delen van het weefsel van de slangafsluitermanchet
zichtbaar zijn, dan is de slangafsluitermanchet versleten
en moet deze worden vervangen.
Controleer de optimale stuurdruk op correcte instelling en
Î
Telefoon:
+49 6147 9159-0
Fax:
+49 6147 9159-59
E-Mail:
www.slangafsluiters.nl
Internet:
www.slangafsluiters.nl
Shop:
www.ako-shop.com
11