Installatie- en bedieningsinstructies | idOil-20
2.4
Installatie and inbedrijfname
Het apparaat heeft geen netschakelaar en daarom moeten de voedings daarom moet de
voeding onderbroken kunnen worden met een scheidingsschakelaar (250 VAC/12
VA), worden met een scheidingsschakelaar (250 VAC/12 VA), die de draden (L1, N)
loskoppelt om service- en reparatieprocedures te vergemakkelijken. De schakelaar moet
worden geëtiketteerd als de isolatieschakelaar van het apparaat. De externe schakelaar
moet voldoen aan de standaard IEC / EN 60947-1 of IEC / EN 60947-3.
Voedingskabel 3 x 1,5-2,5 mm
zekering 16 A.
UL/CSA: Voedingskabel 3 x 1,5-2,1 mm
afmeting zekering 10 A.
De voedingsspanning en de plaatselijke netspanningstoleranties moeten in acht worden
genomen met betrekking tot de maximale spanning van de kabel.
Als de temperatuur in de installatieomgeving naar verwachting hoger zal worden dan + 40
°C, moet de temperatuurtolerantie van de voedingsspanning en de relaisaansluitkabel ten
minste + 80 °C bedragen. Anders kan elke kabel die voldoet aan de toepasselijke
elektrische
relaisverbindingskabel.
Wegens de overspanningsbeveiliging moet de beschermende aardingsdraad (PE) op de
voedingsspanningsconnector worden aangesloten (zie Hoofdstuk Koppelingen).
De
binnentemperatuur
omgevingstemperatuur. Hiermee moet worden rekening gehouden bij de bekabeling van
het apparaat.
De spanning die is aangesloten op de contacten van beide relais moet zich in dezelfde
spanningsklasse (ELV / LV) bevinden, rekening houdend met de maximumwaarden die
worden vermeld in de technische specificaties.
De idOil-regeleenheid mag niet in explosiegevaarlijke omgevingen worden geïnstalleerd,
maar een sensor die erop is aangesloten, kan in een explosiegevaarlijke omgeving van de
zones 0, 1 en 2 worden geïnstalleerd.
In installaties met explosiegevaarlijke omgeving moeten de nationale voorschriften en
toepasselijke normen IEC / EN 60079-25 Intrinsiek veilige elektrische systemen "i" en/of
IEC/EN 60079-14 Explosieve atmosferen - Ontwerp, selectie en montage van elektrische
installaties allemaal worden gevolgd.
Als er mogelijk gevaar is op statische ladingen in de meetomgeving, moet de
potentiaalvereffening toegepast worden volgens de voorschriften betreffende explosieve
omgevingen. Potentiaalvereffening gebeurt door alle geleidende delen op dezelfde
potentiaal aan te sluiten, bijv. iin een aansluitdoos. De externe aardaansluiting moet
worden gebruikt en aangesloten.
De instructies voor inspectie en onderhoud van Ex-apparatuur in de normen IEC/EN
60079-17 en IEC/EN 60079-19 moeten worden gerespecteerd bij het uitvoeren van
service-, inspectie- of reparatieprocedures in mogelijk explosieve omgevingen.
Zie Technische specificaties; Koppelingswaarden en Bijlage; Systeemdiagram
2.5
Herstelling
Het apparaat mag niet worden hersteld of gewijzigd zonder toestemming van de fabrikant.
Als het apparaat een fout vertoont, moet het bij de fabrikant worden afgeleverd en worden
vervangen door een nieuw of door de fabrikant hersteld worden.
2
(AWG16-AWG13). Voedingsspanning max. afmeting
voorschriften
worden
van
het
2
(AWG16-AWG14). Voedingsspanning max.
gebruikt
als
de
voedingsspanning-
apparaat
kan
10
en
°C
hoger
zijn
dan
DOC001600-NL-9
6/36
de
de