Installatie- en bedieningsinstructies | idOil-20
8
Onderhoud
De werking van de afscheider en het alarm moet minstens om de zes maanden worden
gecontroleerd door ervaren personeel.
Het volgende wordt in combinatie met de inspectie aanbevolen:
functionele controle van het idOil-alarmapparaat met de testfunctie en sensor (zie
Hoofdstuk Functionele test)
sensorreiniging (zie Hoofdstuk Onderhoudsmaatregelen)
De idOil-regeleenheid en sensoren hebben geen slijtende of vervangbare onderdelen.
Het apparaat bevat geen vervangbare zekeringen.
8.1
Functionele test
8.1.1
Testfunctie
De testfunctie creëert een testalarm, dat wordt gebruikt om de juiste werking van het idOil-
apparaat te garanderen. Alsook eventuele andere gekoppelde apparaten of systemen te
controleren, door de relais in een alarmsituatie te simuleren.
De test kan alleen worden uitgevoerd indien er geen alarmen actief zijn. In dat geval zijn
alle indicatielampjes groen.
De testfunctie activeren
► Houd de reset/testknop gedurende 3 seconden ingedrukt.
Om de activering van de test aan te geven, zijn de indicatielampjes rood. Om de alarm- en
stroingsstatus van de sensor aan te geven, worden de relais naar de alarmstatus
geschakeld en wordt de zoemer ingeschakeld.
8.1.2
Functionele test met sensoren
De werking van het idOil-apparaat en de sensoren kan uitgebreid worden gecontroleerd
door gewoon een reële alarmsituatie te simuleren.
Afhankelijk van het sensortype kan de functionele test als volgt worden uitgevoerd:
1. idOil-LIQ (hoog vloeistofniveau):
► Dompel de sensor onder in olie of water.
2. idOil-OIL / idOil-OIL-S (olie)
► Dompel de sensor onder in olie. Indien dit niet mogelijk is, hef de sensor in de lucht.
3. idOil-SLU (slib):
► Dompel de sensor onder in zand of in slib. Indien dit niet mogelijk is, hef de sensor in
de lucht.
Het alarm zal na de vertraging worden geactiveerd (fabrieksinstelling: 10 s)
24/36
DOC001600-NL-9