BEDIENINGSHANDLEIDING
B.
Het statusscherm geeft gedurende normaal gebruik in de vijf automatische modi AUTOMATIC CONTROL MODE,
GRADIENT 10C MODE, GRADIENT 10C SMART MODE, GRADIENT VARIABLE MODE, en GRADIENT VARIABLE
SMART MODE de volgende berichten weer:
Statusschermbericht
AUTO
SETPT xxx.xY *
HEATING PATIENT
COOLING PATIENT
PATIENT @SETPT
C.
Tijdens normaal gebruik in MONITOR ONLY MODE geeft het statusscherm de volgende berichten weer:
Statusschermbericht
MONITOR ONLY CELSIUS
MONITOR ONLY FAHRENHEIT
D.
De volgende berichten zijn waarschuwingen en aanwijzingen die op het statusscherm worden weergegeven:
Aanwijzing/ waarschuwingsbericht
CHECK SETPT
SET TEMPERATURE
SETPT xxx.xY *
Dit bericht wordt weergegeven aan de linkerkant van de onderste regel en betekent dat de
BLANKETROL III in een van de vijf automatische modi staat.
* ('xxx.x' staat voor de temperatuur en 'Y' voor Celsius of Fahrenheit.) Dit bericht wordt
weergegeven aan de rechterkant van de onderste regel in de vijf automatische modi en staat
voor de gewenste/huidige setpoint-temperatuur voor de patiënt, inclusief de juiste
temperatuurschaal.
(Patiënt wordt verwarmd) Dit bericht wordt weergegeven op de bovenste regel wanneer de
BLANKETROL III de patiënt opwarmt.
(Patiënt wordt gekoeld) Dit bericht wordt weergegeven op de bovenste regel wanneer de
BLANKETROL III de patiënt afkoelt.
Dit bericht wordt weergegeven op de bovenste regel wanneer de temperatuur van de patiënt
de setpoint-temperatuur heeft bereikt.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de temperatuurschaal is ingesteld op Celsius in
MONITOR ONLY MODE.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de temperatuurschaal is ingesteld op Fahrenheit in
MONITOR ONLY MODE.
(controleer setpoint) Dit bericht verschijnt om de volgende drie mogelijke redenen, gevolgd
door een oplossing:
1.
Gedurende het opstarten wanneer de bediener het apparaat op AAN zet:
a.
Druk op de knop TEMP SET om de setpoint-temperatuur in te stellen.
2.
Wanneer de bediener bij het opstarten een van de vijf automatische bedieningsmodi
probeert op te starten met een setpoint-temperatuur voor de patiënt buiten het bereik
van 30 °C - 40 °C (86 °F - 104 °F). Het apparaat staat de bediener niet toe verder te
gaan met de automatische bedieningsmodi voordat de setpoint-temperatuur voor de
patiënt gecorrigeerd is.
a.
Druk op de knop TEMP SET en verander de setpoint-temperatuur tot
binnen het toegestane bereik.
Een 'laag water'-situatie tijdens gebruik kan leiden tot een CHECK SETPT-
3.
aanwijzing:
a.
Controleer het waterniveau in het reservoir en vul het water indien nodig
bij.
Opmerking: Als de CHECK SETPT-aanwijzing vijf minuten blijft knipperen, zal het apparaat een
alarmsignaal geven tot de bediener de volgende stap neemt. Dit alarmsignaal informeert de
bediener tevens als er een stroomstoring is.
* ('xxx.x' staat voor de temperatuur en 'Y' voor Celsius of Fahrenheit.) Dit bericht verschijnt
wanneer de knop TEMP SET wordt ingedrukt. U kunt het statusscherm nu wijzigen door de
pijltjestoetsen voor omhoog en omlaag in te drukken. Of verifieer dat de van te voren ingestelde
temperatuur direct na het inschakelen 37 °C (98,6 °F) is.
Pagina 31 van 41
BLANKETROL III, Model 233
Functie
Functie
Functie