Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gentherm CSZ BLANKETROL III 233 Bedieningshandleiding pagina 27

Hyper-/hypothermiesysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENINGSHANDLEIDING
Als het apparaat in automatische modus wordt gebruikt, wordt het apparaat uitgeschakeld en het CHECK PROBE alarm
geactiveerd als de temperatuur van de patiënt daalt onder 30,0 °C (86 °F). De temperatuur van de patient moet stijgen boven
30,0 °C (86 °F) alvorens het apparaat opnieuw in automatische modus te starten. Het apparaat kan in handmatige modus
worden gebruikt om de patiënt op te warmen boven 30,0 °C (86 °F). Onderbreking van therapie is mogelijk.
Het BLANKETROL III-systeem kan zo worden ingesteld dat het de temperatuur van de patiënt geleidelijk verandert door het verschil
tussen de watertemperatuur in de BLANKETROL III en de lichaamstemperatuur van de patiënt op een vaste ingestelde waarde te
houden.
Nadat de apparatuur volgens paragraaf (3-2) is opgezet, volgt u de volgende stappen:
A.
Controleer de plaatsing van de 400 Series-sonde bij de patiënt.
B.
Sluit de sonde aan op het 1/4 inch-contact op de rechterkant van het apparaat.
Zet de netschakelaar op de 'I'-stand.
C.
1.
2.
3.
D.
Raadpleeg de instructies van de arts om de gewenste setpoint-temperatuur voor de patiënt te bepalen. Als
veiligheidsmaatregel kan de gewenste setpoint-temperatuur voor de patiënt in de GRADIENT VARIABLE
MODEalleen worden ingesteld op een temperatuur tussen 30 °C - 40 °C (86 °F - 104 °F).
E.
Gebruik de C/F-knop om de gewenste temperatuurschaal te selecteren (alleen voor Engels membraan).
F.
Druk op de knop TEMP SET.
1.
2.
3.
G.
Gebruik de pijltoetsen om de setpoint-temperatuur op het statusscherm in te stellen op de gewenste temperatuur
voor de patiënt. De temperatuur op het scherm kan alleen worden ingesteld tussen 30 °C - 40 °C (86 °F - 104 °F).
1.
2.
H.
Druk op de knop GRADIENT VARIABLE.
1.
2.
3.
I.
Gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag om de gewenste waarde van de variabele gradiënt in te stellen.
1.
2.
J.
Druk op de knop GRADIENT VARIABLE.
1.
2.
3.
4.
5.
Het groene lampje van de schakelaar brandt.
De microprocessor doorloopt een zelftest.
Op het statusscherm knippert het bericht CHECK SETPT.
De microprocessor geeft een pieptoon.
De led in de hoek van de knop gaat aan.
Het statusscherm geeft een setpoint-temperatuur weer.
De microprocessor geeft een pieptoon.
De setpoint-temperatuur op het statusscherm verandert.
De microprocessor geeft een pieptoon.
De led in de hoek van de knop gaat aan.
Het statusscherm geeft een gradiënt-variabele weer.
De microprocessor geeft een pieptoon.
De setpoint-temperatuur op het statusscherm verandert.
De microprocessor geeft een pieptoon.
De led in de hoek van de knop gaat aan.
Het PATIENT-scherm geeft de werkelijke temperatuur van de patiënt weer.
Het WATER-scherm geeft de werkelijke temperatuur van het water in de BLANKETROL III weer.
Het statusscherm geeft het volgende weer:
* XXXXXX PATIENT
AUTO SETPT 37,0 C
of:
PATIENT @SETPT
Pagina 26 van 41
BLANKETROL III, Model 233
LET OP

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave