Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

1-2.4. Beschrijving Van Het Membraanbedieningspaneel Van De; Blanketrol Iii - Gentherm CSZ BLANKETROL III 233 Bedieningshandleiding

Hyper-/hypothermiesysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENINGSHANDLEIDING
1-2.4. Beschrijving van het membraanbedieningspaneel van de BLANKETROL III
In afbeelding (1-4.A.) ziet u het membraanpaneel voor 115 volt in het Engels, en in afbeelding (1-4.B) voor symbolen. Het
bedieningspaneel is in membraanuitvoering en voorzien van drukgevoelige touch-schakelaars en led-schermen. Het membraanpaneel is
verdeeld in de volgende twee gedeeltes:
A.
Het WATER-scherm geeft de watertemperatuur in de BLANKETROL III-apparatuur weer.
B.
De knop MANUAL CONTROL (handmatige bediening) wordt gebruikt om de MANUAL CONTROL MODE te
activeren. De werking van deze modus is gebaseerd op de watertemperatuur in de BLANKETROL III-apparatuur en
de gewenste setpoint-temperatuur.
C.
Het middelste scherm geeft de status van het apparaat aan. Het geeft ook de setpoint-temperatuur weer en/of geeft
de wijzigingen weer die de bediener moet uitvoeren. Dit scherm wordt doorgaans het statusscherm genoemd. Een
lijst met mogelijke statusberichten wordt in paragraaf (3-12) gegeven.
D.
De knop TEMP SET (temperatuur instellen) en de pijltjestoetsen voor omhoog en omlaag worden gebruikt om de
setpoint-temperatuur in te stellen die weergegeven wordt op het lcd-scherm.
E.
Het scherm (met de aanduiding PATIENT) geeft de gemeten lichaamstemperatuur van de patiënt weer.
F.
De knop AUTO CONTROL (automatische bediening) wordt gebruikt om de AUTO CONTROL MODE te activeren.
G.
De knop GRADIENT 10C (10C gradiënt) wordt gebruikt om de GRADIENT 10C MODE te activeren.
H.
De knop GRADIENT VARIABLE (variabele gradiënt) wordt gebruikt om de GRADIENT VARIABLE MODE te
activeren.
I.
De knop SMART (slim) wordt gebruikt om de SMART-functie in de betreffende modus te activeren.
J.
De knop MONITOR ONLY (alleen bewaken) wordt gebruikt om de temperatuur van de patiënt te bewaken, zonder
verwarming, koeling of watercirculatie.
K.
De schakelaars TEST INDICATORS en SILENCE ALARM (alarm dempen) worden gebruikt om te bevestigen dat
alle indicators op het bedieningspaneel werken en om het alarm in bepaalde situaties te dempen.
L.
De rode led links van het symbool POWER FAILURE (stroomstoring) knippert en een alarm gaat af als er een
stroomstoring is of wanneer de netstroom is onderbroken en hersteld, maar het apparaat niet de eerder ingestelde
bewerking hervat.
M.
Het symbool LOW WATER (laagwater) waarschuwt wanneer het water in het apparaat bijna op is. In dit geval gaat
de rode led links van het symbool knipperen en klinkt er een alarm. Op het statusscherm verschijnt het bericht LOW
WATER. Raadpleeg subparagraaf (3-12-D. Low Water).
N.
Met de knop C/F kan de bediener kiezen welke temperatuurschaal (Celsius of Fahrenheit) op het apparaat wordt
gebruikt. Deze functie is alleen beschikbaar op de 115 volt BLANKETROL III-systemen.
AFBEELDING 1-4.A. BLANKETROL III - MEMBRAANBEDIENINGSPANEEL (Engels)
Pagina 12 van 41
BLANKETROL III, Model 233

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave