11.1 Waarschuwingen
Alle koelkasten kunnen gevoed worden met wissel-
stroom 230 V, met gelijkstroom 12 V, en met gas.
Dankzij de voeding met stroom 12 V kan het toestel
ook ingeschakeld gehouden worden tijdens de reis,
maar deze levert enkel een houdvermogen; daarom
is het belangrijk om de koelkast en het eventuele
voedsel, vóór de start, te koelen met voeding 230 V
of met gas.
Het koelvermogen van de koelkast wordt alleszins
beïnvloed door:
• de energiebronnen die de koelkast voeden;
• eventuele pauze tussen de overgang van de ene
naar de andere energiebron;
• de ijslaag op de wanden van de koelkast die als
isoleermiddel dient (ontdooien wanneer de ijslaag
dikker dan 3 mm is);
• de hoeveelheid voedsel in de koelkast;
• de klimaatomstandigheden (in geval van stilstand
in de zone tijdens de zomer kan de binnentempe-
ratuur meer dan 50 °C worden).
Om gevaarlijke voedselvergiftigingen te voorkomen,
wordt dus aanbevolen om altijd voorzichtig te zijn bij
de bewaring van bederfelijk voedsel, door er rekening
mee te houden dat de prestaties van deze toestellen
niet kunnen vergeleken worden met diegenen van een
normale koelkast.
OPGELET
Lees de handleiding van de constructeur
aandachtig door voordat het toestel wordt
gebruikt.
OPGELET
Reinig regelmatig de achterzijde van de koelkast,
die kan bereikt worden via de roosters op de
buitenwand van het voertuig, en controleer dat
geen vuil of voorwerpen aanwezig zijn die de
gasbrander verstoppen.
Automatische modaliteit
Wanneer de automatische modaliteit wordt geselec-
teerd, voedt de regeleenheid het toestel met de meest
geschikte energiebron, met de volgende prioriteit:
230 V, 12 V, gas. Het automatische systeem voorziet,
bij de overgang van 12 V naar gas, een vertraging
van 15 minuten om te vermijden dat, in geval van een
korte stilstand (om bijvoorbeeld te tanken) de koelkast
direct overgaat naar de werking op gas zonder dat dit
noodzakelijk is.
11 - KOELKAST
Handmatige selectie type voeding
De voeding met gas is absoluut verboden wanneer
wordt getankt en wanneer met het voertuig wordt
gereden. Voor veiligheidsredenen is het niet mogelijk
om binnen 15 minuten na de stillegging van de motor
de voeding met gas te selecteren. Als de voeding
met 12 V of met 230 V wordt geselecteerd wanneer
respectievelijk de motor niet draait of geen externe
aansluiting met een stroomnet aanwezig is, zal de
koelkast uitgeschakeld blijven.
Daarom wordt ten zeerste aanbevolen om de automa-
tische modaliteit te kiezen, die zal zorgen voor een
optimale en veilige werking van het toestel.
UIT TE VOEREN HANDELING
• Wees uiterst voorzichtig bij de bewaring van
bederfelijk voedsel.
• Indien mogelijk, schakel de koelkast ongeveer 6
uur in voor u er producten in plaatst.
• In geval van een stilstand moet het voertuig zo
goed mogelijk genivelleerd worden.
• Ontdooi het toestel wanneer de ijslaag dikker
dan 3 mm is.
• Reinig de binnenzijde na gebruik met behulp
van een daarvoor bestemd reinigingsmiddel.
• Behandel de rubberen deurafdichting met
behulp van talk.
• Schakel de deurveiligheid in tijdens de reis.
NIET DOEN!
• Open de deur niet te veel tijdens het
zomerseizoen.
• Stop geen warm voedsel in de koelkast.
• Consumeer geen bederfelijk voedsel bij
langdurige onderbreking van de koeling.
• Plaats de zijde waar de koelkast zich bevindt
niet in de zon.
• Bedek de luchtinlaten niet.
• Laat de deur altijd op een kier staan wanneer
het voertuig niet wordt gebruikt.
• Demonteer de koelkast niet zelf.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
57