7 - ELEKTRISCHE INSTALLATIE (ECOVIP - KREOS)
7.1
Inleiding
De elektrische installatie bevat een acculader, een
12 V verdeelkast met zekering, en een controlepaneel.
De acculader wordt automatisch in werking gesteld
wanneer het voertuig is verbonden met het stroomnet
230 V zodat de opbouwaccu en de startaccu worden
opgeladen (deze laatste enkel met een houdstroom).
De verdeelkast bestuurt de bedieningen van de
energie voorziening en de controlesystemen van
het peil van de tanks en de accu's. Elke bediening
van de energie voorziening wordt beschermd door
zekeringen.
Een extra aansluiting is voorzien op de verdeelkast,
die wordt bediend vanaf het controlepaneel onder het
AUX-item.
Er is ook een SOS-zekering op de verdeelkast om de
hoofdaansluitingen rechtstreeks via de opbouwaccu
te voeden, die de elektronische bediening overbrugt,
voor het geval dat het controlepaneel niet meer
functioneert (controleer vooraf of er wat water in de
verswatertank zit, want de waterpomp start automa-
tisch en als er geen water in de tank zit, wordt de
pomp beschadigd).
12 V verdeelkast
Plaats een zekering – van elke stroomsterkte – voor
voeding hoofdzakelijke energie voorziening recht-
streeks vanaf de opbouwaccu, door de elektronische
controlesystemen te deactiveren. De gele led duidt
aan dat de functie actief is.
OPMERKING
Bij de Ecovip-serie – behalve de DS-modellen – zijn
de acculader en de 12 V verdeelkast bereikbaar
via de buitenste klep vooraan aan de linkerzijde.
Bij DS Ecovip-modellen bevinden de acculader en
de 12 V verdeelkast zich in de zitbank achter de
voorpassagiersstoel.
OPMERKING
Bij de Kreos-serie zijn de acculader en de 12 V
verdeelkast bereikbaar vanuit de garage, via een
klep.
Zekering SOS
GEBRUIK EN ONDERHOUD
OPGELET
De acculader en de verdeelkast mogen in geen
geval blootgesteld worden aan regen en warmte-
bronnen, en mogen niet in aanraking komen
met geleidende of ontvlambare vloeistoffen. Dit
kan leiden tot kortsluitingen, brand, letsels aan
personen en dieren, en schade aan voorwerpen.
OPMERKING
Het verlichtingssysteem is voorzien van een
dimmerbesturing. Op elke lichtschakelaar kan de
intensiteit van de verlichting worden gewijzigd
door deze ingedrukt te houden.
UIT TE VOEREN HANDELING
• Voer regelmatig een functionele test uit van de
aardlekschakelaar.
• Indien accessoires wordt geïnstalleerd, moet
altijd een erkende Laika-dealer gecontacteerd
worden. Wijzig voor geen enkele reden de
originele elektrische installatie van het chassis
van de camper.
• De interne stopcontacten mogen enkel gebruikt
worden voor daarvoor bestemde toestellen.
NIET DOEN!
• Plaats geen metalen voorwerpen of andere
geleiders in de ventilatieopeningen van de
acculader.
• Gebruik de toestellen niet buiten die zijn aange-
sloten op interne stopcontacten.
37