De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt.
Bij gebruik van de werkset
1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 2130cn Color Laser Printer® Werkset.
Het dialoogvenster Printer selecteren opent.
2. Klik op de naam van deze printer die wordt genoemd in Printernaam en klik daarna op OK.
De Werkset opent.
3. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport.
4. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina.
De pagina Rapporten verschijnt.
5. Klik op de knop Printerinstellingen.
De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt.
De melding Printerinstell Afdrukken verschijnt wanneer de pagina wordt afgedrukt. De printer keert terug naar de stand standby nadat de
printerinstellingenpagina is afgedrukt.
Als er een andere mededeling verschijnt tijdens het afdrukken van deze pagina, zie dan de online Help voor nadere informatie.
Afdrukken van een lettertypenlijst
U kunt voorbeelden afdrukken van alle lettertypen die op dat moment voor uw printer beschikbaar zijn:
Bij gebruik van het Operatorpaneel
1. Druk op de knop Menu.
2. Druk op de knop
totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop
3. Druk op de knop
totdat er PCL-letterlijst verschijnt.
4. Druk op de knop
(Instellen).
De PCL-lettertypenlijst wordt afgedrukt.
Gebruik van de functie Afdrukken en Bewaren
Wanneer u een taak naar de printer stuurt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat u wilt dat de printer de taak in het geheugen bewaart. Wanneer u
gereed bent om de taak af te drukken, gaat u naar de printer zodat u via het bedieningspaneel-menu kunt kiezen welke taak in het geheugen u op dat
moment wilt afdrukken. U kunt deze functie gebruiken voor het afdrukken van een vertrouwelijke taak (Veilige afdruk) of om een proefexemplaar af te drukken
voordat u meerdere exemplaren afdrukt (Proefafdruk).
OPMERKING:
De printer bewaart de taak totdat u die verwijdert via het operatorpaneel of totdat u de printer uitschakelt. De gegevens worden uit het
geheugen gewist wanneer u de printer uitschakelt.
OPMERKING:
De functie Afdrukken en de functie Bewaren vereist minimaal 768 MB aan beschikbaar printer-geheugen. Ook moet u de instellingen voor
de RAM-schijf op het operatorpaneel en in het printerstuurprogramma configureren.
OPMERKING:
Afhankelijk van de documenten kan een afdruktaak wel eens te groot zijn voor het beschikbare geheugen. Als een afdruktaak te groot is
voor het beschikbare geheugen, doet er zich een fout voor.
OPMERKING:
Als u geen specifieke documentnaam kiest voor een afdruktaak via het printerstuurprogramma, zal de taak worden aangeduid met de
datum en tijd wanneer u de taak vanaf de PC verzendt zodat u de taak kunt onderscheiden van andere afdruktaken die onder uw naam zijn
opgeslagen.
Afdrukken en wissen van opgeslagen afdruktaken
Wanneer er afdruktaken zijn opgeslagen in het printer-geheugen, kunt u via het bedieningspaneel bepalen wat u verder wilt doen met een of meer van de
opgeslagen taken. U kunt dan kiezen voor een Veilige afdruk of een Proefafdruk vanaf de
(Instellen).
"Opslag
afdruk." Vervolgens kiest u uw gebruikersnaam uit een