i. Klik op de knop Omhoog als u de pas toegevoegde SSID naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen.
j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten.
OPMERKING:
Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de
Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd.
Voor Windows Vista:
a. Open het Configuratiescherm.
b. Selecteer Netwerk en internet.
c. Selecteer Netwerkcentrum.
d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken.
e. Selecteer dell_device bij de items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken.
f. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft.
g. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt bevestigd dat de verbinding is gelukt.
Voor Windows Server 2008:
a. Open het Configuratiescherm.
b. Selecteer Netwerkcentrum.
c. Selecteer Verbinding met een netwerk maken.
d. Selecteer dell_device bij de items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken.
e. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft.
f. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt bevestigd dat de verbinding is gelukt.
2. Controleer het IP-adres dat door AutoIP aan de printer is toegewezen.
a. Druk op Menu op het controlepaneel van de printer.
b. Blader omlaag en selecteer Beheermenu.
c. Blader omlaag en selecteer NetWerk.
d. Blader omlaag en selecteer TCP/IP.
e. Blader omlaag en selecteer IPv4.
f. Blader omlaag en selecteer IP-adres.
(Bereik Standaard IP-adres: 169.254.xxx.yyy)
IP-adres
169.254.000.041*
3. Controleer of het IP-adres op uw computer is toegewzen door DHCP.