Toepassing:
Het initialiseren van de instellingen van het draadloze netwerk. Wanneer u deze functie hebt uitgevoerd en de printer opnieuw hebt gestart, zijn alle
instellingen van het draadloze netwerk terug op hun oorspronkelijke waarden.
OPMERKING:
Dit onderdeel wordt alleen weergegeven wanneer de als optie verkrijgbare draadloze printeradapter is geïnstalleerd.
TCP/IP
Toepassing:
Het configureren van TCP/IP-instellingen. Eventuele aangebrachte wijzigingen worden van kracht wanneer u de printer hebt uitgezet en daarna weer hebt
aangezet.
Mogelijkheden:
Dubbele stapel*
IP-modus
IPv4-modus
IPv6-modus
AutoIP* Stelt het IP-adres automatisch in.
BOOTP
IPadres ophalen
RARP
DHCP
IPv4
Paneel
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
1
IPsec*
1
*
Wordt alleen weergegeven wanneer een als optie verkrijgbare Netwerkprotocol-adapter is geïnstalleerd en IPsec is ingeschakeld.
Protocol
Toepassing:
Het in- of uitschakelen van de protocols. Eventuele aangebrachte wijzigingen worden van kracht wanneer u de printer hebt uitgezet en daarna weer hebt
aangezet.
Mogelijkheden:
Inschakelen* Schakelt de LDP-poort in.
LPD
Uitschakelen
Inschakelen* Schakelt de Port9100-poort in.
Port9100
Uitschakelen
Inschakelen* Gebruikt IP voor NetWare.
1
NetWare IP
NetWare*
Uitschakelen
Inschakelen* Schakelt de WSD-poort in.
1
WSD*
Uitschakelen
Inschakelen* Schakelt de UDP in.
SNMP
SNMP UDP
Uitschakelen
Inschakelen* Schakelt de functie E-Mailwaarschuwing in.
E-mailwaarschuw
Uitschakelen
Inschakelen* Geeft toegang tot Dell Printer Configuration Web Tool die in de printer is ingebouwd.
EWS
Uitschakelen
Inschakelen* Schakel de HTTP-SSL/TLS in.
2
HTTP-SSL/TLS*
Uitschakelen
1
*
Wordt alleen weergegeven wanneer een als optie verkrijgbare Netwerkprotocol-adapter is geïnstalleerd.
2
*
Wordt alleen weergegeven wanneer een als optie verkrijgbare Netwerkprotocol-adapter is geïnstalleerd die is geverifieerd door EWS.
Stelt het IP-adres in met behulp van zowel IPv4 als IPv6.
Stelt het IP-adres in met behulp van IPv4.
Stelt het IP-adres in met behulp van IPv6.
Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP.
Stelt het IP-adres in met behulp van RARP.
Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP.
Maakt het invoeren van het IP-adres via het operatorpaneel mogelijk.
Stelt het IP-adres dat aan de printer is toegewezen, in met behulp van de toetsen van het operatorpaneel.
Stelt het subnetmasker in.
Stelt het gateway-adres in.
Schakelt IPsec uit.
Uitschakelen van de LDP-poort.
Schakelt de Port9100-poort uit.
Gebruikt niet IP voor NetWare.
Schakelt de WSD-poort uit.
Schakelt de UDP uit.
Schakelt de functie E-Mailwaarschuwing uit.
Schakelt de toegang tot Dell Printer Configuration Web Tool die in de printer is ingebouwd, uit.
Schakel de HTTP-SSL/TLS uit.