Voorbladen
Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor voorbladenpapier in het bereik van -6 tot 6.
Voorbladen dik Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor dik voorbladenpapier in het bereik van -6 tot 6.
Label
Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor etiketten in het bereik van -6 tot 6.
Gecoat
Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor gecoat papier in het bereik van -6 tot 6.
Gecoat dik
Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor dik gecoat papier in het bereik van -6 tot 6.
Envelop
Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor enveloppen in het bereik van -6 tot 6.
Gerecycled
Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor gerecycled papier in het bereik van -6 tot 6.
Fuser instellen
Toepassing:
Voor keuze van de temperatuursinstellingen voor de fuser.
Mogelijkheden:
Normaal
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor normaal papier in het bereik van -6 tot 6.
Normaal dik
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor dik normaal papier in het bereik van -6 tot 6.
Transparant
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor transparanten in het bereik van -6 tot 6.
Voorbladen
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor voorbladenpapier in het bereik van -6 tot 6.
Voorbladen dik Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor dik voorbladenpapier in het bereik van -6 tot 6.
Label
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor etiketten in het bereik van -6 tot 6.
Gecoat
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor gecoat papier in het bereik van -6 tot 6.
Gecoat dik
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor dik gecoat papier in het bereik van -6 tot 6.
Envelop
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor enveloppen in het bereik van -6 tot 6.
Gerecycled
Stelt de temperatuurinstellingen voor de fuser in voor gecycled papier in het bereik van -6 tot 6.
Automatische registratie-instelling
Toepassing:
Opgeven of de aanpassing van de kleurregistratie automatisch wordt uitgevoerd.
Instellingen kleurregistratie
Toepassing:
Opgeven of u de aanpassing van de kleurregistratie zelf wilt uitvoeren.
U moet zelf de Instellingen kleurregistratie uitvoeren, bijvoorbeeld wanneer de printer is verplaatst.
OPMERKING:
De functie Instellingen kleurregistratie kan worden geconfigureerd wanneer Automatische registratie-instelling op Uit staat.
Mogelijkheden:
Automatische
Klik op Start als u de correctie van de kleurregistratie automatisch wilt laten uitvoeren.
correctie
Klik op Start als u een kleurregistratiegrafiek wilt afdrukken. De kleurregistratiegrafiek drukt een rasterpatroon af van regels in geel,
magenta en cyaan. op de grafiek staan aan de rechterkant de waarden die naast de meest rechte regels voor ieder van de drie
Kleurregistergrafiek
kleuren staan. Als de waarde voor de meest rechte regel 0 is, is aanpassing van de kleurregistratie niet nodig. Geef, als de waarde
voor de meest rechte regel niet 0 is, de aanpassingwaarden op onder Instellingen kleurregistratie.
Specificeert voor Snel scannen (loodrecht op de richting van papierinvoer) en Langzaam scannen (richting papierinvoer) de waarden
Nummer invoeren
voor kleurbijstelling, afzonderlijk voor geel, magenta en cyaan binnen het bereik van -9 tot 9.
Ontwikkelaar reinigen
Toepassing:
Om iedere tonercartridge of PHD-eenheid te reinigen, of toner in een nieuwe tonercartridge om te roeren.
Mogelijkheden:
Ontwikkelaar reinigen
Roert toner om in een nieuwe toner cartridge.
Vernieuwen gele toner
Reinigt de toner in de gele tonercartridge.
Vernieuwen magenta toner Reinigt de toner in de magenta tonercartridge.