CattronControl™ MMCU4
Gebruikershandleiding
17.5.5 Relaisuitgangen
Elk uitgangsrelais heeft minstens één normaal open (NO) contact, dat beschikbaar is voor bedrading op het
relaiskaart klemmenblok (terminal block of TB). Deze contacten zijn geschikt voor 5,0 A bij 110-240 VAC of 30
VDC.
Elk uitgangsrelais is volledig onafhankelijk van alle andere relais. Er zijn geen gemeenschappelijke verbindingen
tussen de uitgangscontacten. Dit maakt het mogelijk om verschillende voedingsbronnen, AC en DC, op elk van
de afzonderlijke relais aan te sluiten.
WAARSCHUWING
DE OPTIE VOOR EEN 16-RELAIS NIET-ASO KAART VOOR DEZE MACHINE CONTROL UNIT
(MCU) HEEFT GEEN INTEGRALE ZEKERING; HET IS DAAROM NOODZAKELIJK DAT DE
INTERFACE VAN HET CIRCUIT DE VEREISTE BESCHERMENDE MIDDELEN TEGEN
OVERSTROOM BEVAT. DE BESCHERMENDE APPARATEN KUNNEN IN INDIVIDUELE
RELAIS OF IN RELAISGROEPEN WORDEN GEÏNSTALLEERD, MAAR ONDER GEEN ENKELE
OMSTANDIGHEID MAG HET OVERSTROMENDE APPARAAT DE MAXIMALE
!
RELAISBEOORDELING VAN 5A OVERSCHRIJDEN.
RAADPLEEG DE VERSTREKTE INSTALLATIETEKENINGEN VOOR INSTRUCTIES.
HET KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN APPARATUUR, ERNSTIG LETSEL OF HET
OVERLIJDEN VAN MEDEWERKERS.
HET MOET VOLLEDIG ZIJN BEGREPEN DAT CATTRON NIET AANSPRAKELIJK KAN
WORDEN GEHOUDEN VOOR PERSOONLIJK LETSEL, OVERLIJDEN, SCHADE AAN
APPARATUUR OF EIGENDOMMEN DIE KAN WORDEN VEROORZAAKT DOOR DE ONJUISTE
INSTALLATIE VAN UW AFSTANDSBEDIENINGSSYSTEEM.
17.5.6 Hoofdlijncircuit
De uitgangen voor de veiligheidsrelais K0-M en K0-S zijn speciaal, zie hiervoor de onderstaande afbeelding.
Deze uitgangen moeten altijd worden aangesloten op de ML-contactor (mainline).
Als zich een storing zou voordoen, zouden de veiligheidsrelais die de hoofdlijncontactor bedienen de apparatuur
veilig tot stilstand brengen. Dit maakt het gebruik van een hoofdlijncontactor verplicht voor veilige werking van
deze apparatuur.
9M02-7755-A001-NL
64