PLAATSING EN AANSLUITING
KEUZE VAN DE PLAATS
•
Plaats het apparaat op een droge en geventileerde plaats. Het apparaat
werkt optimaal bij onderstaande temperaturen. De klasse is aangegeven op
het etiket met de basisgegevens van het apparaat.
Klasse
SN (ondernormaal)
N (normaal)
ST (subtropisch)
T (tropisch)
i i
•
Plaats het apparat niet in een ruimte, waar de temperatuur lager
kan zijn dan 5 °C, dit kan een abnormale werking of defect van het
apparaat veroorzaken.
• Na inbouw of plaatsing moet de stekker van het apparaat toegankelijk blijven!
• Plaats het apparaat niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, zoals
een fornuis, radiator, boiler enz. en stel het niet bloot aan direct zonlicht. Het
apparaat moet minstens 3 cm verwijderd zijn van een elektrisch of gasfornuis
of minstens 30 cm van een oliekachel of kachel op vaste brandstof. Bij kortere
afstanden moet een isolatieplaat worden gebruikt.
Waarschuwing: plaats het apparaat in een voldoende grote ruimte. Per 8 g
koelmiddel moet er minimaal 1 m
aangegeven op het typeplaatje in het apparaat.
• Er moet een opening zijn van minstens 200 cm
meubelelement, bij de installatie van uw geïntegreerde apparaat, bedoeld als
inlaat van koellucht. Lucht ontsnapt aan de bovenkant van het element, dus
pas op dat u de bovenste opening van het ventilatiekanaal niet afdekt.
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot schade aan het apparaat.
Temperatuur
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
ruimte zijn. De hoeveelheid koelmiddel wordt
3
2
Relatieve
vochtigheid
≤75%
aan de onderkant van het
11