g
Druk op
/G/f/F om een
1
afbeeldingsgebied te selecteren en druk
op ENTER.
De indexweergave wordt weergegeven.
g
Druk op
/G/f/F om de gewenste
2
afbeelding te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van de afbeelding wordt
weergegeven.
5
Pas het formaat, de positie of
andere zaken van de geselecteerde
afbeelding aan.
Selecteer met een druk op g/G het
aanpassings-item van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Aanpassingsgereedschap
Items
Procedures
/
Verkleint of vergroot het
formaat van een afbeelding.
Verplaats de afbeelding
met
daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op
ENTER drukt, draait de
afbeelding 90° rechtsom.
Een mislukte foto waarbij
er problemen zijn met
tegenlicht, onscherpte of het
fenomeen rode ogen wordt
automatisch
aangepast.(pagina 22)
g
/G/f/F, en druk
6
Druk op g/G om
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt aan het
afbeeldingsgebied toegevoegd.
• Herhaal stap 4 en 5 als u een afbeelding
aan een ander afbeeldingsgebied wilt
toevoegen.
• Ga door met stap 7 als u stempels of
tekens op de afbeelding wilt leggen.
• Ga door naar stap 8, als u de afbeelding
waarvan een afdrukvoorbeeld is
gemaakt, wilt afdrukken.
Gereedschaptoetsen Afbeeldingsgebied
Items
Procedures
Hiermee kunt u ervoor kiezen
tekens in te voeren met het
toetsenbord, een vooraf-
geïnstalleerde zin in te voeren, of
een handgeschreven bericht op
een afbeelding te leggen.
Selecteer het stempel van uw
keuze met
daarna op een afbeelding door op
ENTER te drukken.
Slaat de bewerkte afbeelding op
op een geheugenkaart, op een
extern apparaat of in het interne
geheugen.
Drukt een bewerkte afbeelding af.
Voltooit de creatieve
bedieningshandeling.
te selecteren en
g
/G/f/F en leg het
Vervolg
NL
29