7.1. DE LUCHTDRUK (INVERING) INSTELLEN
Invering is de mate van samendrukking van de vering wanneer de rijder,
samen met de fietsuitrusting, op de fiets in de rijpositie zit.
De invering wordt gemeten als de afstand tussen de O-ring (A) en de
afdichting van de schokdemper (B), nadat het gewicht van de rijder op de
fiets is aangebracht, zonder terugslag.
De juiste invering zorgt ervoor dat de wielen tractie behouden zonder te
veel speling te gebruiken die is voorbehouden voor het absorberen van
schokken. Meer invering verhoogt de gevoeligheid voor kleine hobbels,
terwijl minder invering de gevoeligheid voor kleine hobbels verlaagt.
C
B
A
D
Stel de compressieregelaar van de schokdemper (D) in op de volledig
open of gesloten positie en stel de reboundregelaar (C) in op de
middelste stand van het klikbereik.
Vewijder de ventieldop, installeer een hogedrukpomp voor
schokdempers op het luchtventiel en stel uw schokdemper op de druk
in die door de veringscalculator is berekend.
Om de invering te controleren, duwt u de O-ring (A) tegen de afdichting
(B), plaatst u de ondersteunde fiets vervolgens tegen een muur en gaat
u vervolgens in een normale fietspositie op het zadel zitten, zonder
terugslag van de vering.
Meet de afstand tussen de O-ring (A) en de afdichting van de
schokdemper (B). Wanneer de invering in de buurt van de gewenste
instelling is, verhoogt of verlaagt u de druk in stappen van 5 psi/0,35 bar
totdat de gewenste invering wordt bereikt.
Wanneer de druk juist is ingesteld, moet de invering ongeveer
11-12 mm of 27-30% van de slag zijn. Als de rijder 127 kg/280 pond
of meer weegt, kan de invering de aanbevolen waarde van de fiets
overschrijden.
Het beste is om de luchtdruk gelijk te stellen na ongeveer elke
50 psi/3,5 bar. Veer de schokdemper of vork na het aanpassen van
de luchtdruk in.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de schokdemper
voor meer informatie over het instellen van de invering en de
schokdemper.
28