Gelijke ruimte
D
A
B
C
1
4
Verwijder de vier klemplaatbouten (A) met tussenringen (B) met behulp
van een 4 mm inbussleutel en verwijder de klemplaat (C).
Installeer het stuur, breng de klemplaat over het stuur aan en draai de
bouten met
tussenringen
Draai elke klemplaatbout ongeveer een halve omwenteling per keer in
een afwisselend (kruis)patroon vast met behulp van een momentsleutel
en een 4 mm inbusbit totdat elke bout tot 6 Nm/53 in-lbf is vastgedraaid.
Tijdens het aandraaien van de stuurpenklemplaatbouten moet de
ruimte tussen de body van de stuurpen en de klemplaat aan de
boven- en onderkant even groot zijn.
Knijp met de fiets op de grond de voorrem dicht en beweeg de fiets naar
voren en achteren om na te gaan of het balhoofd goed op zijn plaats zit.
Controleer nogmaals of de bovenste kap stevig vastzit.
3
Breng de stuurpen op één lijn met het voorwiel. Draai de bouten van de
stuurpen (D) aan tot 6 Nm/53 in-lbf met behulp van een momentsleutel
en een 4 mm inbusbit.
Het mag niet mogelijk zijn om de afstandhouders van de stuurpen
met de hand te draaien wanneer het systeem voldoende is
vastgemaakt.
2
vervolgens opnieuw in de stuurpen vast.
24