OPGELET: De combinatie van het veiligheidswaarschuwings- Deze gebruikershandleiding is specifiek voor de Chisel, hierna 'de fiets' symbool en de melding OPGELET geeft een mogelijk gevaarlijke genoemd, en moet naast de Gebruiksaanwijzing van Specialized fiets situatie aan die, indien niet vermeden, kan leiden tot licht of (Specialized Bicycle Owner’s Manual), hierna 'de Gebruiksaanwijzing'...
2. ALGEMENE INFORMATIE 2.2. GEWICHTSLIMIETEN STRUCTURELE 2.1. BEOOGD GEBRUIK LADINGGEWICHTSLIMIET GEWICHTSLIMIET MODEL kg/lb kg/lb Fietsen ontworpen voor rijvoorwaarden 1 en 2, plus ruwe paden, kleine obstakels en vlakke technische Voor: 0/0 Alle modellen 127/280 gebieden, waaronder gebieden waar de banden Achter: 5/11 tijdelijk geen contact met de grond maken.
4.1. ALGEMENE SPECIFICATIES AANDRAAI- MAAT MOMENT ONDERDEEL OMSCHRIJVING ONDERDEELNR. GEREEDSCHAP in-lbf Frame Achtervork S221500006 Vork Zadelpen 30,9 mm diameter Zadel Trechter voor Trechter trapaskabel- S226500012 M4 x 0,7 mm x 8 mm 2,5 mm inbussleutel Bout geleider Trapas 73 mm (BSA-schroefdraad) Spatbord Dubbelzijdig plakband S246900004 Schokdemperlink Zie de specificaties van de vering S204300002...
Pagina 9
1-1/8" 41,8 mm OD x 30,5 mm ID x 6,5 mm (45� x 45�) Min/max voorste rotor 160 mm/180 mm (richtlijnen van de vorkfabrikant) Onderste balhoofdlager 1,5" 52 mm OD x 40 mm ID x 7 mm (45� x 45�) Min/max achterste rotor 160 mm/180 mm met aangepaste Chisel-adapter Trapashuis 73 mm (BSA-schroefdraad) Achternaafruimte Boost 148 Achterband max...
4.2. BOUTMAAT/GEREEDSCHAP/AANDRAAIMOMENTEN WAARSCHUWING! Specialized-frames zijn ALLEEN compatibel met vorken met een bepaalde veerwegbereik. Het gebruik van WAARSCHUWING! De correcte aandraaimomenten op de beves- andere vorken of vorken met een langere veerweg kan resulteren tigingsmiddelen (bouten, moeren, schroeven) van uw fiets zijn in het falen van het frame, dat vervolgens kan leiden tot ernstig zeer belangrijk voor uw veiligheid.
4.3. SPECIFICATIES VOOR LAGERS EN AFSTANDHOUDERS LOCATIE AANTAL AFMETINGEN INFO Hoofdpivotlager (liggende achtervork) 12 mm ID x 24 mm OD x 6 mm W, DBL SLD 6901V-2RS Hoofdpivotafstandhouder 12,1 mm ID x 19,5 mm OD x 3 mm W Tapse rand tegen de lager Shocklink lagers 10 mm ID x 19 mm OD x 5 mm W, DBL SLD 6800V-2RS Afstandhouder voor link op zadelbuis...
4.4. BOUT-, AS-, SLUITRING- EN FLIP CHIP-SPECIFICATIES AANDRAAIMOMENT MAAT LOCATIE AANTAL AFMETINGEN GEREEDSCHAP in-lbf Hoofdpivot bout M8 x 12,2 mm x 1 mm P 5 mm inbussleutel Hoofdpivotas M10 Threaded Axle Bout voor link op zadelbuis M10 x 16 mm x 1 mm P 6 mm inbussleutel Pivotas voor link op staande achtervork M5 Threaded Axle 4 mm inbussleutel...
5. MONTAGE 4.5. AANBEVOLEN BANDENSPANNING Deze handleiding is niet bedoeld als uitgebreide montage-, gebruikers-, De banden moeten juist zijn opgepompt, en regelmatig worden service-, reparatie- of onderhoudshandleiding. Ga naar een geautoriseerde gecontroleerd en opnieuw worden opgepompt met behulp van een pomp Specialized retailer voor alle service, reparaties of onderhoud.
5.1. ACHTERVORK MONTAGE Voor een succesvolle montage van de fiets is het belangrijk om de volgorde van de handelingen, die in deze handleiding De achtervork van de fiets is al volledig in de fabriek gemonteerd. Het kan is vermeld, juist op te volgen. Het aanpassen van de echter nodig zijn om de achtervork voor onderhoud of herstel tijdens de montagevolgorde leidt tot een langere montageduur.
5.1.1 HOOFDPIVOTLAGERS 5.1.3 ICR-TRECHTER EN SPATBORD Breng een laagje groene Loctite 603 aan op de buitendiameter van de lagers (A) en duw ze vervolgens in de respectieve lagerboringen. 5.1.2 SHOCKLINK LAGERS Steek de ICR-trechter in het frame. Draai de montagebout (B) in het frame vast. Draai de bout tot 1,5 Nm/13 in-lbf aan met behulp van een momentsleutel en een 2,5 mm inbusbit.
5.1.4 LINK OP ZADELBUIS 5.1.5 SCHOKDEMPER EXTENSIE MET FLIP CHIPS LAAG HOOG Breng vet op de linkafstandhouders (A) aan en plaats ze tegen de shocklink lagers. Breng de link op één lijn met de boring van de pivot van de zadelbuis (B). ...
5.1.6 LINK OP EXTENSIE MONTAGE Plaats de flip chip helften (A) in het achterste oog van schokdemper (B) in de hoge of lage positie. Schuif het schokdemperoog en het flip chip-gedeelte in de extensie. Breng vet aan op de achterste montagebout van de schokdemper (C) en de sluitring (D) en draai ze in de extensie vast.
5.1.7 VOORSTE BEVESTIGING VOOR SCHOKDEMPER 5.1.8 HOOFDPIVOT Breng vet op de afstandhouders (A) aan en plaats ze vervolgens tegen de binnenkant van de pivotlagers. Breng het voorste oog van schokdemper op één lijn met de Breng de lagers van de liggende achtervork (B) op één lijn met de framehouder.
5.1.9 LINK OP STAANDE ACHTERVORK 5.1.10 AANDRAAIVOLGORDE VAN DE BOUTEN Draai elke pivot bout op volgorde vast met behulp van een momentsleutel volgens de hieronder vermelde aandraaimomenten. Breng vet op de afstandhouders voor de staande achtervork (x4) (A) aan en breng ze op de shocklink lagers aan.
5.2. MINIMALE/MAXIMALE INSTEEKDIEPTE VAN ZADELPEN WAARSCHUWING! Het niet naleven van de beschreven insteekdieptes voor de zadelpen kan het frame en/of de zadelpen Zowel het frame als de zadelpen hebben beschadigen, wat tot controleverlies en vallen kan leiden. minimale insteekdieptes. Het frame heeft bovendien een maximale insteekdiepte WAARSCHUWING! Voor algemene instructies over het monteren om schade aan het frame en de zadelpen...
5.4. ACHTERREMBEVESTIGING Plaats de rembevestiging (A) op de juiste plaats op de liggende achtervork aan niet-aandrijfzijde. Breng de achterste bout (B) met sluitring (C) vanaf de onderkant aan. Draai de bout tot 6 Nm/53 in-lbf aan met behulp van een momentsleutel en een 5 mm inbusbit.
5.5. ACHTERDERAILLEURHANGER 1. Installeer de UDH-hanger (A) in de dropout van het frame en draai de hanger naar voren totdat deze volledig in de voorziene ruimte zit (B) of Alle fietsmodellen zijn UDH (Universele derailleurhanger)-compatibel. de roterende stop raakt. De hanger moet volledig in de voorziene ruimte zitten of tegen de framestop rusten wanneer het tot de voorgeschreven koppel is vastgedraaid.
5.6. BALHOOFD, VORK EN STUURPEN MONTEREN Installeer de balhoofdafdekking (A), uw gewenst aantal afstandhouders (B) en vervolgens de stuurpen (C) op de stuurbuis. Installeer de bovenste (A) en onderste (B) drop-in lagercups. Installeer de tapse afstandhouder (D) boven de stuurpen voor mogelijke ...
Pagina 26
Verwijder de vier klemplaatbouten (A) met tussenringen (B) met behulp van een 4 mm inbussleutel en verwijder de klemplaat (C). Installeer het stuur, breng de klemplaat over het stuur aan en draai de bouten met tussenringen vervolgens opnieuw in de stuurpen vast. ...
6.3. DROPPER ZADELPEN (BLAUW) De buitenkabels en kabel moeten worden geïnstalleerd zonder dat de vork op het frame is gemonteerd. Voordat de buitenkabel wordt geleid, verwijdert u de trapas zodat u toegang tot de buitenkabel kunt krijgen en de buitenkabel kunt helpen door deze langs de ICR-trechter van de trapas en in de zadelbuis omhoog te leiden.
7. DE SCHOKDEMPER INSTELLEN 6.5. VOORREM De achterschokdemper kan op verschillende manieren worden ingesteld afhankelijk van uw gewenste manier van fietsen - van hard tot zacht en alles ertussenin. Het instellen en aanpassen van de achterschokdemper en vork op de fiets vereist speciaal gereedschap en de juiste vaardigheden. Als u niet goed weet hoe deze procedures zelf te voltooien, gaat u naar een geautoriseerde Specialized retailer voor hulp.
7.1. DE LUCHTDRUK (INVERING) INSTELLEN Stel de compressieregelaar van de schokdemper (D) in op de volledig open of gesloten positie en stel de reboundregelaar (C) in op de Invering is de mate van samendrukking van de vering wanneer de rijder, middelste stand van het klikbereik.
7.2. DE REBOUND AFSTELLEN 7.4. ONDERHOUD VAN VERING De rebound dempingsregelaar (C) regelt de snelheid van het terugveren De achterschokdemper en de vork moeten over het algemeen na elke 50, van de schokdemper na samendrukking. Elke achterschokdemper heeft 100 en 200 fietsuren onderhouden worden. Het type vereist onderhoud een reeks van reboundklikken om de snelheid van de rebound nauwkeurig wordt bepaald door het soorten ritten u maakt, het terrein waarop u rijdt, af te stellen.
8. ALGEMENE INFORMATIE M.B.T. ONDERHOUD corrosie van componenten, zoals de crankas en bouten, wat de slijtage kan versnellen en de levensduur kan verkorten. Vuil kan de oppervlakken Dit is een fiets voor hoge prestaties. Alle algemene onderhoudswerkzaam- en lagers tevens sneller verslijten. Daarom dienen de oppervlakken van heden, probleemoplossing, reparatiewerkzaamheden en het vervangen van de fiets voor elke rit schoongemaakt te worden.