Inhoudsopgave
Advertenties
5.4. ACHTERREMBEVESTIGING
21
ƒ Plaats de rembevestiging (A) op de juiste plaats op de liggende
achtervork aan niet-aandrijfzijde.
ƒ Breng de achterste bout (B) met sluitring (C) vanaf de onderkant aan.
ƒ Draai de bout tot 6 Nm/53 in-lbf aan met behulp van een momentsleutel
A
en een 5 mm inbusbit.
C
B
D
E
OPGELET: Bij het installeren van de voorste bout voor de
remklauw, zorgt u dat de bout door het gat van de rembevestiging
(D) en voldoende diep in de liggende achtervorkmontage wordt
gestoken, waarbij de schroefdraad minstens 9 mm vastzit (E).
Als u de remmen van uw fiets aanpast, zorgt u dat de
schroefdraad van de meegeleverde bouten juist vastzit. Als deze
niet goed vastzitten, vervangt u de bouten door langere bouten.
Advertenties
Inhoudsopgave
