Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Bediening
5
Bediening
5.1
Algemeen
De pomp mag niet in droge toestand lopen (zonder watertoevoer)!
De pomp mag maximaal 5 minuten met de lans/sproeistuk worden gebruikt zonder dat er water uit de lans/sproeistuk
komt.
Om schade aan de apparaat te vermijden mag de waterinlaat temperatuur (in de pomp) niet warmer dan 40° zijn.
Het water uit de toevoerleiding moet met 300-400 µ worden gefilterd. Daarbij mag de waterdruk max. 10 bar bedragen.
Minimale waterdruk 0,3 bar, anders geen motorische functie.
Wordt er toevoerwater gebruikt uit een waterbron of een open waterplas dan moet het water met 100-200 µ worden
gefilterd.
Niet met het apparaat over onvlak terrein of uitstekende objecten rijden! Rotatiearm/sproeiers kunnen
worden beschadigd of verdraaid!
Het is algemeen verboden om onder de draaiende delen te grijpen – letselgevaar!
Verbod
1.
Beugel van het apparaat uitklappen
2.
Hoofdkraan open draaien (Afbeelding 1a/Afbeelding 1)
!
Belangrijk: altijd eerst de watertoevoer (hoofdkraan)
openen voordat de motor wordt gestart!
(Afb. 1a en afb.1)
Cross spoelen (figuur 4) tijdens het opstarten altijd in
de buurt.
Afb 1a
Als aanloopproblemen van de motor (vaak bij koud
weer) druk aanpassen () Schroef (tegen de klok in).
Zodra de motor op bedrijfstemperatuur is, de druk
aanpassen () terug in (met de klok mee). (Afb. 1B)
(Zie installatie)
Hoofdkraan
12 / 20
Afbeelding 1
Afb. 1B
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
