Afstellen van het startgastoerental (BC
2145)
Om het juiste startgastoerental te krijgen zit een afstelpunt
aan de achterkant van de gashendel, naast de kabel. Met
deze bout (5 mm inbus) kan het startgastoerental verhoogd of
verlaagd worden.
Ga als volgt te werk:
1 Laat de machine stationair lopen.
2 Druk de startgasvergrendeling in volgens de instructies bij
Starten en Stoppen.
3 Wanneer het startgastoerental te laag is (onder de 4000
t/min) wordt de stelschroef A met de klok mee gedraaid tot
de snijuitrusting begint te draaien. Schroef A vervolgens
nog een 1/2 slag met de klok mee.
4 Wanneer het startgastoerental te hoog is, wordt
stelschroef A tegen de klok in gedraaid tot de
snijuitrusting stopt. Schroef stelschroef A vervolgens een
1/2 slag met de klok mee.
Geluiddemper
N.B.! Bepaalde geluiddempers zijn voorzien van een
katalysator. Zie het hoofdstuk Technische gegevens om te
checken of uw machine voorzien is van een katalysator.
De geluiddemper is ontworpen om het geluid van de machine
te reduceren, en om de uitlaatgassen van de gebruiker weg
te richten. De uitlaatgassen zijn zeer heet en bevatten vonken
die droge en ontvlambare materialen in brand kunnen steken.
Bepaalde geluiddempers zijn voorzien van een speciaal
vonkenopvangnet. Indien uw machine uitgerust is met zo'n
geluiddemper, moet u het net minstens één keer per week
schoonmaken. Gebruik bij voorkeur een stalen borstel. Op
geluiddempers zonder katalysator moet het net één keer per
week worden schoongemaakt en eventueel worden
vervangen. Op geluiddempers met katalysator moet het net
één keer per maand worden gecontroleerd en eventueel
schoongemaakt. Bij evt. beschadigingen aan het net moet
dit vervangen worden.
28 –
Dutch
ONDERHOUD
Indien het net vaak verstopt is, kan dit erop duiden dat de
functie van de katalysator is afgenomen. Neem contact op
met uw dealer voor controle. Met een verstopt net raakt de
machine oververhit met beschadigingen aan cilinder en
zuiger tot gevolg.
N.B.! Gebruik de machine nooit als de geluiddemper in
slechte staat is.
!
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1 Luchtinlaat in de starter.
2 Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
3 Koelflenzen op de cilinder.
4 Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met een
borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in moeilijke
omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt koelsysteem leidt
tot oververhitting van de machine waardoor de cilinder en
zuiger beschadigd kunnen worden.
WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik en
een tijdje daarna is de geluiddemper met
katalysator erg warm. Dit geldt ook bij
stationair draaien. Aanraking kan
brandwonden aan de huid veroorzaken.
Denk om het brandgevaar!
4
3
2
1