BELANGRIJK: Alle motoren van Mercury Racing hebben een
toerentalbegrenzer die is ingesteld op een maximaal (of beperkt)
toerental. Deze grens ligt iets boven het normale bedrijfsbereik van
de motor en dient om schade door een te hoog motortoerental te
voorkomen. Zodra het toerental tot binnen het aanbevolen
bedrijfsgebied daalt, wordt het normale motorbedrijf hervat.
Kies een schroef waarmee de motor kan draaien in de bovenste
helft van het aanbevolen toerentalbereik bij volgas, wanneer de boot
normaal is belast (zie Specificaties).
Als het toerental bij volgas onder het aanbevolen bereik ligt, moet
de schroef worden verwisseld om prestatieverlies en mogelijke
motorschade te voorkomen. Anderzijds veroorzaakt werking van
een motor boven het aanbevolen bedrijfstoerentalbereik een
sterkere slijtage dan normaal, of schade. "Schroefassortimenten zijn
meestal zo ontworpen dat de eerstvolgende spoedmaat het
motortoerental met 300 tot 500 omw/min verandert. Elke
verandering in de spoed met 1 inch (2,5 cm) levert een verschil op
van circa 200 omw/min."
Bij verlies van toerental kan een overstap op een schroef met
kleinere spoed gewenst zijn in de volgende gevallen:
•
Bij gebruik bij warmer weer en een hogere vochtigheidsgraad.
•
Bij gebruik op grotere hoogte.
•
Bij varen met een beschadigde schroef of vervuilde bodem.
•
Bij gebruik met een grotere belasting (extra opvarenden, het
trekken van skiërs enz.).
O
MSTANDIGHEDEN WAARBIJ DE MOTORPRESTATIE AFNEEMT
De motorprestatie neemt af door de volgende omstandigheden
waarvoor het brandstofsysteem of elektronische regelsystemen niet
kunnen compenseren:
•
Hoogte boven zeeniveau.
90-8M0114957 APRIL 2015
•
Hoge temperatuur.
•
Lage atmosferische druk.
•
Hoge vochtigheidsgraad.
De bovenstaande omstandigheden verminderen de dichtheid van de
inlaatlucht naar de motor, wat resulteert in vermindering van:
•
Inlaatvuldruk op motoren met drukvulcompressor.
•
Vermogen en koppel over het hele toerentalbereik.
•
Piektoerental.
•
Compressie tijdens starten.
VOORBEELD: Een motor die wordt gebruikt op een hoogte van ca.
2400 meter (8000 ft) verliest meer dan 30% vermogen; het
motorvermogensverlies op warme, vochtige dagen kan soms wel
14% bedragen. Deze afname geldt zowel op motoren met normale
inspuiting als op motoren met drukvulcompressor.
Compenseren voor omstandigheden die leiden tot
vermogensafname:
•
Gebruik een schroef met lagere spoed.
•
Verander de tandwielverhouding.
De vaarprestatie kan gedeeltelijk worden hersteld door een schroef
met lagere spoed te gebruiken, maar de motorprestatie zelf blijft
laag. In sommige gevallen kan vermindering van de
tandwielverhouding nuttiger zijn. Voor een optimale motorprestatie
moet de motor een schroef hebben waarmee hij met een normale
belasting bij of nabij het aanbevolen maximale toerentalbereik bij vol
gas kan draaien.
5 - O
MSTANDIGHEDEN MET EFFECT OP BESTURING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
41