9. Gebruik de knop
selecteren en druk daarna op de knop OK.
Opmerking
• Een
(sterretje) op het LCD-scherm geeft de huidige instelling aan.
10. Gebruik de knop
selecteren en druk daarna op de knop OK.
Volg de aanwijzingen van meldingen op het scherm om de papiergegevens op te slaan.
11. Trek de papieruitvoerlade (H) uit en open het verlengstuk van de uitvoerlade (I).
Opmerking
• Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto's met een
optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten. Voor elk
mediumtype zijn er vooraf gedefinieerde instellingen (de manier waarop inkt wordt gebruikt en
gespoten, de afstand vanaf de spuitopeningen enz.), waarmee u afdrukken met een optimale
beeldkwaliteit op dat mediumtype kunt maken. Onjuiste papierinstellingen kunnen ook leiden tot
afdrukkleuren van slechte kwaliteit of tot krassen op de afdruk. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige
kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de afdrukkwaliteit en probeert u het opnieuw.
om het formaat van het geplaatste papier in de achterste lade te
om het type van het geplaatste papier in de achterste lade te
86