Belangrijk
• Er kunnen inktresten achterblijven aan de binnenkant van de printer. Zorg dat u geen inkt op uw
kleren en handen krijgt.
6. Sluit de bovenklep voorzichtig.
De printer wordt uitgeschakeld.
7. Controleer of het AAN (ON)-lampje uit is en
Belangrijk
• Als het AAN (ON)-lampje van de printer brandt of knippert, mag u de stekker niet uit het
stopcontact halen. Dit kan namelijk storingen of schade aan de printer veroorzaken waardoor u
niet meer met de printer kunt afdrukken.
8. Open opnieuw de bovenklep.
9. Verwijder de wagenstop (A) en duw deze helemaal in het gat in de printerzijde.
Trek de wagenstop naar voren en omhoog en plaats deze in dezelfde afdrukstand.
Opmerking
• Plaats de wagenstop door de uitstekende delen uit te lijnen met de inspringingen op de printer.
haal de stekker uit het
145
stopcontact.