Als de slang te lang is en de kamertempe-
ratuur laag is, kan het vocht in de slang
condenseren tot water. Dit is een onvermij-
delijk natuurlijk verschijnsel. Om te voorko-
men dat dit water in de slang blijft staan of
terugstroomt naar de wasdroger, is het
raadzaam om een klein gaatje (diam. 3 mm)
te boren in het laagste punt van de slang en
er een kleine bak onder te plaatsen. (Zie af-
beelding, punt B).
Als de ventilatieslang eenmaal op de droger
is aangesloten, laat hem dan tot aan het
gewenste uitlaatpunt lopen, en zorg ervoor
dat de totale lengte minder is dan 2 meter,
en dat hij niet meer dan twee bochten be-
vat. Wat betreft de uitlaat zelf, als u heeft
gekozen voor een vast rooster aan de wand
of het raam, kan een goede plaatselijke
doe-het-zelfzaak u de benodigde fittingen
en installatieadvies verschaffen.
A
B
Waarschuwing! Het is belangrijk dat
de afvoerlucht niet wordt afgevoerd via
een afvoer die gebruikt wordt voor
uitlaatgassen van apparaten die gas of
andere brandstoffen verbranden.
Merk op dat om condensatieproblemen te
vermijden het van belang is dat de droger is
uitgerust met de flexibele slang om zijn "uit-
laatgassen" ten minste tot voorbij keuken-
onderdelen af te voeren. Om te voorkomen
dat het apparaat oververhit raakt, is het van
belang dat de stoomafvoer niet wordt be-
lemmerd. Als er een permanente slang aan
een externe muur of plafond is bevestigd,
moet men ervoor zorgen dat deze over een
minimale capaciteit van 150 m3/u beschikt.
Als de droogtrommel zich naast de koken
bevindt, moet u ervoor zorgen dat de venti-
latieslang niet gekneld wordt. Als de slang
gedeeltelijk wordt platgedrukt, zal de
droogefficiëntie worden verminderd, wat
leidt tot langere droogtijden en een hoger
energieverbruik. Als de slang volledig wordt
platgedrukt kan de veiligheidsuitschakeling
waarmee de machine is uitgerust in werking
treden. Bij het bedienen van de wasdroger
mag de kamertemperatuur niet lager liggen
dan +5° C en niet hoger dan +35° C, om-
dat dit de prestaties van het apparaat kan
beïnvloeden.
Elektrische aansluiting
Details over het voltage, soort stroom en de
zekeringen vindt u op het typeplaatje. Het
typeplaatje is vlakbij de vulopening gemon-
teerd (zie hoofdstuk "Productbeschrijving").
7