1
Druk op de
belichtingscompensatiescherm
weer te geven.
2
Pas de belichting aan met de
instelwiel.
Naar + (over): maakt een beeld helderder.
Naar – (onder): maakt een beeld
donkerder.
3
Wijzig de scherptediepte en fotografeer het onderwerp.
Opnametechnieken
• Pas het compensatieniveau aan door het opgenomen beeld te controleren.
• Met de bracketopnamefunctie kunt u meerdere beelden opnemen met de
belichting verschoven naar de plus- of minzijde (blz. 101).
Opmerking
• Deze optie kan niet worden ingesteld als de belichtingsfunctie is ingesteld op
AUTO, M, of de scènekeuzefunctie.
De hoeveelheid flitslicht aanpassen (Flitscompensatie)
Als u opneemt met de flitser, kunt u alleen de hoeveelheid flitslicht
veranderen, zonder de belichtingscompensatie te veranderen. U kunt alleen
de belichting wijzigen van het hoofdonderwerp dat binnen het flitsbereik ligt.
Fn-knop t
instelling
Naar +: verhoogt het flitsniveau.
Naar –: verlaagt het flitsniveau.
86
NL
-knop om het
(Flitscompens.) t Selecteer de gewenste
-knop
Standaardbelichting