/
De automatische instelling
gebruiken voor een opname
In de stand "AUTO" kunt u gemakkelijk een foto maken van een
willekeurig onderwerp onder willekeurige omstandigheden, omdat de
camera een inschatting maakt van de situatie en de instellingen aanpast.
Kies
om op te nemen op plaatsen waar u geen flitser mag gebruiken.
Wanneer u de functiekeuzeknop draait, worden de uitleg van de
geselecteerde functie en de opnamemethoden op het (Help-scherm)-scherm
weergegeven. U kunt het Help-scherm uitschakelen (blz. 124).
1
Zet de functiekeuzeknop in de
stand
of
2
Houd de camera vast en kijk in de zoeker.
Er wordt automatisch scherpgesteld op het onderwerp dat over het
scherpstelgebied wordt gelegd (Eye-Start AF, blz. 70).
3
Plaats het AF-gebied over het
onderwerp van uw keuze.
• Als de
(camerabewegingswaarschuwing)-
indicator knippert, maakt u rustig een
foto van het onderwerp terwijl u de
camera stabiel houdt of gebruikt u een
statief.
4
Bij gebruik van een zoomlens,
draait u de zoomring en bepaalt u
het beeld.
(Flitser uit).
(camerabewegings-
waarschuwing)-indicator
AF-gebied
Zoomring
of
47
NL