Viscount
UNICO 500 - 400 - 300
4. INSCHAKELING en HOOFDPAGINA
Na het instrument te hebben ingeschakeld met de schakelaar [POWER], doet het systeem er enkele seconden
over om werkzaam te worden. In deze fase gaan de leds op de afzonderlijke panelen van de manualen achter
elkaar branden en geeft het display de presentatiepagina weer. Bij de weergave van de hoofdpagina, is het
instrument klaar om gebruikt te worden:
Deze pagina bevat in het bovenste gedeelte de selectievelden van de verschillende configuratiemenu's van het
orgel:
o TUNING: parameters voor de intonatie van het instrument.
o VOICES: functies met betrekking tot alle stemmen van het orgel.
o STYLE: selectie van de stijl.
o SET-UP: algemene configuratiefuncties van het orgel.
o UTIL. & MIDI (Utility & MIDI): utiliteits- en MIDI-functies.
o FILE MANAG. (File Manager): beheer van de bestanden opgeslagen in het interne geheugen of in een
USB-apparaat.
Plaats, om de inhoud van een menu weer te geven, de cursor (aangegeven door het veld in negatief) op het
gewenste veld m.b.v. de knoppen [FIELD
[EXIT] sluit het menu af en keert terug naar de hoofdpagina.
In het onderste gedeelte van deze pagina worden de parameters van het instrument weergegeven waarvan het
nuttig is om altijd de betreffende toestand te kennen:
o [eerste hokje linksboven]: (Equal op de afgebeelde pagina) informeert welk temperament momenteel
gebruikt en geselecteerd is in het menu TUNING.
o ENSEMBLE: de waarde van ENSEMBLE (zweving) ingesteld in het menu TUNING.
o AIR PRESS: de waarde van de parameter AIR PRESSURE in het menu TUNING.
o A: de fijnregelaar (toonhoogte), ingesteld in het menu TUNING.
o [eerste hokje rechtsboven]: (User2 op de afgebeelde pagina) geeft de stijl aan die geselecteerd is in het
menu STYLE.
o P. COMB: de status van de functie PISTON COMBINE zoals ingesteld in het menu UTILITY & MIDI.
o K. INV: de status van de functie KEYBOARD INVERSION zoals ingesteld in het menu UTILITY & MIDI.
o TRANSP: de transpositie ingesteld in TUNING.
Deze velden zijn uitsluitend voor informatie bestemd en zijn niet selecteerbaar. Om de geassocieerde functie
te regelen, moeten de hierboven beschreven menu's geopend worden.
Rondom het display zijn toetsen aanwezig voor de weergave van en de navigatie door alle displaypagina's:
-
[SEQUENC]: schermpagina's voor het gebruik van de interne sequencer van het instrument.
-
[VOLUMES]: schermpagina waarop alle volumes van het instrument zijn vermeld.
] en[FIELD
] en druk op [ENTER].
48
Gebruikersgids