RS 45/M BLU
kW
1
2
Ø 3/4"
3970076
190
3,5
0,3
14,0
250
5,5
0,4
23,0
300
7,5
0,5
31,0
350
9,3
0,6
40,0
400
10,7
0,7
53,0
450
12,0
0,8
105,0
500
13,0
0,9
128,0
550
13,5
1,0
140,0
(A)
(B)
∆p (mbar)
3
Ø 1"1/4
Ø 1"1/2
Ø 1"
Ø 1"1/2
3970144
3970180
3970077
3970145
3970197
3970198
6,5
4,0
2,7
2,3
11,0
6,4
4,0
3,6
13,6
8,0
6,1
4,5
18,3
10,6
7,6
5,9
25,5
13,6
10,0
7,0
27,6
15,9
11,9
8,3
32,1
18,5
13,9
10,0
38,7
22,0
16,9
11,2
GASDRUK
De tabel hiernaast geeft de minimale drukverlie-
zen op de gastoevoerlijn in functie van het maxi-
mum vermogen van de brander.
Ø 2"
Ø 2"
Kolom 1
3970146
3970181
Drukverlies verbrandingskop.
3970160
3970182
Gasdruk gemeten aan het meetpunt 1)(B), met:
-
-
• Verbrandingskamer op 0 mbar;
1,5
2,2
• Brander werkend op maximum vermogen;
2,2
2,8
• Gasring 2)(B)p.8 afgesteld zoals in diagram
3,0
3,6
3,9
4,2
Kolom 2
4,7
5,1
Drukverlies gassmoorklep 2)(B) met maximale
5,6
6,1
opening: 90°.
6,8
7,0
Kolom 3
Drukverlies van gasstraat 3)(B) omvat: regelklep
VR, veiligheidsklep VS (beiden met maximale
opening), drukregelaar R, filter F.
De in de tabellen aangegeven waarden hebben
betrekking op:
aardgas G20 PCI 10 kWh/Nm3 (8,6 Mcal/Nm
Met aardgas G25 PCI 8,6 kWh/Nm3 (7,4 Mcal/
Nm
vuldigen.
Om het maximum vermogen (bij benadering) te
kennen waarop de brander werkt:
- Trek van de gasdruk aan het meetpunt 1)(B)
- Zoek in de bij de brander behorende tabel,
D934
- Lees aan de linkerkant het corresponderende
Voorbeeld
• Werking op maximum vermogen
• Aardgas G20 PCI 10 kWh/Nm
• Gasring 2)(B)p.8 afgesteld zoals in diagram
• Gasdruk op het
• Druk in de verbrandingskamer =
Een druk van 13,5,0 mbar, kolom 1, stemt in de
tabel (A) overeen met een vermogen van 550
kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting.
Het werkelijke debiet wordt daarna gemeten op
de gasmeter.
Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het
meetpunt 1)(B), na het vaststellen van het maxi-
mum vermogen waarop de brander moet wer-
ken:
- Zoek in de tabel (A) het vermogen dat het
- Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk
- Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in
Voorbeeld:
• Gewenst maximum vermogen: 550 kW
• Aardgas G20 PCI 10 kWh/Nm
• Gasring 2)(B)p.8 afgesteld zoals in diagram
• Gasdruk bij een vermogen van 550 kW, uit
• Druk in de verbrandingskamer
6
(C)p.8.
3
) de waarden uit de tabel met 1,3 vermenig-
de druk in de verbrandingskamer af.
kolom 1, de drukwaarde die het dichtst bij het
resultaat van de aftrekking ligt.
vermogen af.
3
(C)p.8.
gasmeetpunt 1)(B)
15 - 1,5
dichtst in de buurt ligt van de gewenste
waarde.
aan het meetpunt 1)(B) af.
de verbrandingskamer op.
(C)p.8.
tabel (A), kolom 1
13,5 + 1,5 =
benodigde druk aan het meetpunt 1)(B).
3
).
=
15 mbar
1,5 mbar
= 13,5 mbar
3
= 13,5 mbar
=
1,5 mbar
15 mbar