Onderhoud
8.2 Intervallen
Storingen kunnen door een regelmatige inspectie en regelmatig
onderhoud tijdig worden vastgesteld, waardoor eventueel ook het
uitvallen van de installatie wordt voorkomen.
► Leg als exploitant vast welke componenten in welke
intervallen (afhankelijk van de belasting) moeten worden
geïnspecteerd en onderhouden. Deze zijn afhankelijk van de
daadwerkelijke omstandigheden, bijv.: toestand van het
water, vervuilingsgraad, invloeden uit de omgeving, verbruik
enz.
De volgende tabel met intervallen laat de minimale intervallen voor
de uit te voeren werkzaamheden zien.
Hande-
ling
Inspectie
Onder-
houd
Reparatie
58 | 80
Interval
Werkzaamheden
• Visuele controle van de pomp op dichtheid
2 maanden
• Visuele controle van complete doseerinstallatie op
(aanbevo-
len)
lekkage en functie
• Doseeroplossing op inhoud en houdbaarheid
controleren
• Functie van de pomp controleren
6 maanden
• Totale doseerinstallatie op dichtheid controleren
• Verbruik van de doseeroplossing beoordelen
• Pomp op toestand en dichtheid controleren
Jaarlijks
• Componenten die in contact komen met
chemicaliën (pompkop, kleppen) reinigen en indien
nodig vervangen
• Debiet en doseerhoeveelheden controleren
• Functie en toestand van alle onderdelen van de
installatie (entpunt, zuiglans, drukhoudklep,
contactwatermeter) controleren
• Slijstukken indien nodig vervangen
• Aanbevolen: slijtdelen vervangen
5 jaar