2
Veiligheid
2.1 Veiligheidsmaatregelen
● Gebruik uw product alleen als alle componenten correct zijn
geïnstalleerd.
● Volg de plaatselijk geldende voorschriften ter bescherming
van het drinkwater, ter voorkoming van ongevallen en voor
veiligheid op het werk op.
● Voer geen wijzigingen, verbouwingen, uitbreidingen of
programmawijzigingen aan uw product uit.
● Gebruik bij onderhoud of reparatie uitsluitend originele
onderdelen (zie hoofdstuk 2.2.1).
● Houd de ruimtes gesloten voor onbevoegden om personen
die gevaar lopen of niet geïnstrueerd zijn tegen restrisico's te
beschermen.
● Neem de onderhoudsintervallen in acht (zie hoofdstuk 8.2).
Niet-naleving kan een microbiologische contaminatie van uw
drinkwaterinstallatie tot gevolg hebben.
2.1.1 Mechanische gevaren
● Gebruik bij alle werkzaamheden aan de installatie die niet
vanaf de vloer kunnen worden uitgevoerd, stabiele, veilige,
aparts taande opstaphulpen.
● Zorg ervoor dat de installatie tegen kantelen beveiligd wordt
opgesteld en dat de stabiliteit van de installatie altijd
gegarandeerd is.
Veiligheid
11 | 80