Voorbereiding op uitschakeling van het systeem
F r e e F l o w S c a n n e r 6 6 5 E H a n d le id i n g v o o r d e s y s t e e m b e h e e r d e r
Gedeelde mappen, bestanden en printers instellen
In Windows kunt u gedeelde mappen, bestanden en printers
instellen die toegankelijk zijn via andere Windows-werkstations.
OPMERKING: De applicatie Bestandsbeheer kan ook worden
gebruikt voor het instellen van gedeelde mappen en bestanden.
Netwerkverbindingen toevoegen of verwijderen
Via Netwerkverbindingen kunt u de eigenschappen voor
netwerkservices op het werkstation toevoegen, verwijderen of
wijzigen. Het dialoogvenster Netwerkverbindingen wordt geopend
door Start: Instellingen: Netwerkverbindingen te selecteren
via uw Windows-bureaublad.
Voor het grootste gedeelte is het uitschakelen van het systeem
hetzelfde als het uitschakelen van enig ander Windows-
systeem. Er zijn echter enkele voorzorgsmaatregelen die u moet
treffen voordat u een systeem uitschakelt.
Het belangrijkste is, dat u eerst controleert dat er geen andere
gebruikers verbinding met het systeem hebben voordat u het
systeem uitschakelt. Als u het systeem uitschakelt terwijl iemand
extern lokale archiefkasten opent, dan kan de externe gebruiker
gegevens verliezen en problemen ondervinden met zijn/haar
eigen systeem.
VOORZICHTIG: Als u het systeem uitschakelt en er in een bericht
wordt weergegeven dat er nog een gebruiker op het systeem is
aangesloten, selecteert u Nee op de vraag of u wilt loskoppelen.
Om het lokale systeem op de juiste wijze uit te schakelen en
problemen te voorkomen met het externe werkstation, moet u de
aangesloten gebruiker de applicatie laten afsluiten en moet u het
externe werkstation loskoppelen van het lokale systeem.
In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe u controleert op
aangesloten gebruikers, hoe u ze waarschuwt dat het systeem
wordt uitgeschakeld en hoe u ze vervolgens loskoppelt van het
externe werkstation.
3 . W i n d o w s - e n n e t w e r k c o n f i g u r a t i e s
3-3