Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beurer BM 55 Gebruiksaanwijzing pagina 13

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebied van
Systolisch
de bloeddruk-
(in mmHg)
waarden
Niveau 3:
ernstige
≥ 180
hypertonie
Niveau 2:
gemiddelde
160 – 179 100 – 109
hypertonie
Niveau 1:
140 – 159 90 – 99
lichte hypertonie
Hoog-normaal
130 – 139 85 – 89
Normaal
120 – 129 80 – 84
Optimaal
< 120
Bron: WHO, 1999 (World Health Organization)
Meting van de rustindicator (door de HSD-diagnostiek)
De meest voorkomende fout bij het meten van de bloeddruk
is dat er op het moment van de meting geen sprake is van een
rustbloeddruk (hemodynamische stabiliteit). Dat betekent dat
zowel de systolische als de diastolische bloeddruk in dat geval
niet juist zijn. Dit apparaat bepaalt tijdens de bloeddrukme-
ting automatisch of er wel of geen sprake is van onvoldoende
rust in de bloedsomloop. Als er geen aanwijzingen zijn voor
onvoldoende rust in de bloedsomloop, wordt het symbool
(hemodynamische stabiliteit) groen en kan het meetresul-
taat worden gedocumenteerd als aanvullend gekwalificeerde
rustbloeddrukwaarde.
Diasto-
lisch
Maatregel
(in mmHg)
Raadpleeg een
≥ 110
arts
Raadpleeg een
arts
Regelmatige con-
trole door een arts
Regelmatige con-
trole door een arts
Zelfcontrole
< 80
Zelfcontrole
GROEN: sprake van hemodynamische stabiliteit
De meetresultaten van de systolische en diastolische druk zijn
bij voldoende rust in de bloedsomloop vastgesteld en weer-
spiegelen vrij zeker de rustbloeddruk.
Als er echter aanwijzingen zijn voor onvoldoende rust in de
bloedsomloop (hemodynamische instabiliteit), wordt het sym-
bool
rood.
In dat geval moet de meting worden herhaald na een lichame-
lijke en geestelijke rusttijd. Het meten van de bloeddruk moet
worden uitgevoerd bij lichamelijke en geestelijke rust, omdat
deze bloeddruk het referentiepunt vormt voor de diagnostiek
van de bloeddrukhoogte en daarmee bepalend kan zijn voor de
medicamenteuze behandeling van een patiënt.
ROOD: geen sprake van hemodynamische stabiliteit
Het is zeer waarschijnlijk dat de meting van de systolische en
de diastolische bloeddruk niet is uitgevoerd bij voldoende rust
in de bloedsomloop, waardoor de meetresultaten afwijken van
de rustbloeddrukwaarde.
Herhaal de meting na ten minste 5 minuten rust en ontspan-
ning. Ga naar een voldoende rustige en comfortabele plek, blijf
daar rustig zitten, sluit uw ogen, probeer u te ontspannen en
adem rustig en gelijkmatig.
Als er bij de volgende meting nog steeds sprake is van onvol-
doende stabiliteit, kunt u de meting na nog een rustperiode
opnieuw herhalen. Als de volgende meetresultaten instabiel
blijven, duidt u de gemeten bloeddrukwaarden als zodanig
aan, omdat tijdens uw metingen onvoldoende rust in de
bloedsomloop kon worden bereikt.
In dat geval kan er sprake zijn van innerlijke onrust, wat niet
kan worden verholpen door middel van korte rustperioden.
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave