BEELD-menu
KOEL:
Een blauwachtig-wit. Bij het kijken naar
heldere beelden met deze modus krijgt u een
levendiger en helderder beeld.
NORMAAL:
De normale witte kleur.
WARM:
Een roodachtig-wit. Als u met deze modus
naar films kijkt, krijgt u karakteristieke
filmkleuren.
MOGELIJKHEDEN
Selecteer MOGELIJKHEDEN en druk op de
toets a of 3 om het submenu weer te
geven.
> MOGELIJKHEDEN
DNR
KLEURSYSTEEM
4:3 AUTO ZOOM
OK
D1015-NL
DNR
Met de DNR-functie kunt u de 'ruis'
('sneeuw' of storing) onderdrukken die in het
oorspronkelijke beeld zit.
AAN:
Deze functie is ingeschakeld.
UIT:
Deze functie is uitgeschakeld.
26
AUTO(LAAG)
KLEURSYSTEEM
Het kleursysteem wordt automatisch
gekozen. Als het beeld echter niet helder is of
er is geen kleur, stel het kleursysteem dan
handmatig in.
1 Kies KLEURSYSTEEM. Druk hierna
op de toets a of 3
Het submenu van de functie
KLEURSYSTEEM verschijnt in beeld.
>> KLEURSYSTEEM
AUTO
OK
D0016-NL
2 Druk op de 6-toetsen om het
juiste kleursysteem te kiezen. Druk
hierna op de toets a
PAL:
PAL-systeem
SECAM:
SECAM-systeem
NTSC 3.58:
NTSC 3.58 MHz-systeem
NTSC 4.43:
NTSC 4.43 MHz-systeem
AUTO:
Deze functie stelt aan de hand van het
ingangssignaal het kleursysteem vast. U
kunt dit alleen gebruiken wanneer u een
beeld bekijkt van programmanummer
PR 0 (AV), of een EXT-aansluiting.
• Het kan gebeuren dat de functie AUTO
niet goed werkt als de kwaliteit van het
signaal te laag is. Als de functie AUTO
ingeschakeld is en het beeld is slecht of
komt vreemd over, kies dan handmatig
een ander kleursysteem.
• Tussen de programmanummers PR 0
(AV) en PR 99 kunt u niet instellen op
NTSC 3.58 of NTSC 4.43.
• KLEURSYSTEEM kan niet worden
geselecteerd als u naar het pc-beeld kijkt.