pincode invoeren op het bedieningspaneel. Als u de taak beveiligt, moet degene die de taak afdrukt
de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5.
Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken,klikt u op de knop Aangepast en voert u
de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam:
Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
●
●
Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
6.
Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster
Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Een opgeslagen taak maken (macOS)
Sla taken op de printer op voor privé- of vertraagde afdrukken.
1.
Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de printer in het menu Printer.
3.
Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de
menuvervolgkeuzelijst en klik op het menu Taakopslag.
4.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Modus het type opgeslagen taak.
Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt,zodat u dit kunt
●
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
●
Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van
de printer. Als de taak een persoonlijk identificatienummer (pincode) heeft, moet u de vereiste
pincode op het bedieningspaneel opgeven. De afdruktaak wordt na het afdrukken uit het geheugen
gewist en gaat verloren als de stroom naar de printer wordt uitgeschakeld.
Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak wordt afgedrukt en een exemplaar van de
●
taak wordt opgeslagen in het geheugen van de printer, zodat u de taak later nogmaals kunt
afdrukken.
Opgeslagen taak: Een taak opslaan op de printer en andere gebruikers toestaan de taak af te
●
drukken. Als de taak een persoonlijk identificatienummer (pincode) heeft, moet degene die de taak
afdrukt de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5.
Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken,klikt u op de knop Aangepast en voert u
de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam.
●
Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
●
6.
Als u de optie Opgeslagen taak of Persoonlijke taak hebt geselecteerd in stap 4, kunt u de taak beveiligen
met een pincode. Typ een viercijferig getal in het veld PIN voor afdrukken. Als anderen proberen deze taak
af te drukken, worden zij gevraagd deze pincode in te voeren.
7.
Klik op de knop Afdrukken om de taak te verwerken.
56
Hoofdstuk 4 Afdrukken
NLWW