Let op:
c
EPSON raadt het gebruik van originele EPSON-cartridges
aan. Andere producten die niet door EPSON zijn
vervaardigd kunnen leiden tot beschadiging van de printer
die niet onder de garantie van EPSON valt.
Laat de oude cartridge in de printer zitten tot u een nieuwe
hebt aangeschaft; anders kan de inkt in de spuitkanaaltjes van
de inktkop opdrogen.
Probeer de cartridges niet bij te vullen. De printer berekent
de hoeveelheid resterende inkt met behulp van een speciale
chip op de cartridge. Zelfs als de cartridge wordt bijgevuld,
zal de chip de hoeveelheid resterende inkt niet opnieuw
berekenen. Aan de hoeveelheid inkt die nog kan worden
gebruikt, verandert dus niets.
Opmerking:
Als een van de cartridges leeg is, kunt u geen afdrukken meer maken,
ook niet wanneer de andere cartridges nog inkt bevatten. Vervang
de lege cartridge voordat u gaat afdrukken.
Naast de inkt die wordt verbruikt tijdens het afdrukken van
documenten, wordt er ook inkt verbruikt tijdens het reinigen van de
inktkop en tijdens de zelfreinigingsprocedure die wordt uitgevoerd
wanneer de printer wordt aangezet en tijdens het laden van de inkt
wanneer een nieuwe cartridge in de printer wordt geplaatst.
Als u de cartridges moet vervangen terwijl er een rol papier in de
printer is geplaatst, kunnen er vegen op het papier komen.
Raadpleeg "Bij het hanteren van de cartridges" op pagina 8 voor
meer informatie over cartridges.
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en niet bezig is met
afdrukken. Open vervolgens de printerkap.
75