Een ingangsbron die u wilt selecteren met
(S O U R C E ), moet in het menu
of
BRONNEN > BRONNENINSTELLINGEN
geactiveerd zijn.
Om HDR via HDMI mogelijk te maken, moet
de betreffende HDMI-ingang worden in-
gesteld op VERBETERD. De namen van de
HDMI-ingangen kunnen door de aangesloten
apparaten worden gewijzigd en de afstands-
bediening van de tv stuurt het aangesloten
apparaat aan.
10.3. Het menu Instellingen
10.3.1. Het menu Apparaten
Apparaten
Audio-link
Audio-link
Invoerapparaat
Virtual remote
Audio video delen
ALLM
Timer van Geen signaal
CEC
CEC Automatisch inschakelen
AUDIOLINK
Hier kunt u de bluetooth-functie van het toestel activeren
en deactiveren. Als Audio Link geactiveerd is, kunt u het
tv-toestel draadloos koppelen aan bluetooth-luidsprekers
(bijv. aan een soundbar). Selecteer de optie AUDIOLINK
en druk op de toets O K .
– TOESTEL
Kies de instelling INGESCHAKELD, als u het
toestel via bluetooth wilt verbinden met een
externe luidspreker. Druk daarna op de toets
O K om naar mogelijke bluetooth-verbindin-
gen te zoeken. Alle gevonden verbindingen
verschijnen dan op het scherm. Kies met
het gewenste apparaat en druk op O K om
de luidspreker/het luidsprekersysteem en het
tv-toestel te koppelen.
Vanwege het grote aantal verschillende blu-
etooth-apparaten kan een storingvrije wer-
king niet worden gegarandeerd. Lees ook
de gebruiksaanwijzing van het apparaat dat
u met de tv wilt verbinden. Het apparaat
dat u met het tv-toestel wilt verbinden,
moet in de zoekmodus staan.
Om de verbinding weer te verbreken, kiest u
de instelling UITGESCHAKELD.
INVOERAPPARAAT
Mogelijkheid om externe Bluetooth-apparaten aan te
sluiten.
VIRTUAL REMOTE
<
>
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Activeren/deactiveren van de virtuele afstandsbediening.
Uitgeschakeld
Als u het tv-toestel op afstand wilt bedienen met bijv. een
Ingeschakeld
smartphone moet deze functie worden geactiveerd (opti-
Ingeschakeld
oneel).
Ingeschakeld
AUDIO VIDEO DELEN
Ingeschakeld
Audio-video-sharing in- of uitschakelen. Deze functie is
Ingeschakeld
bedoeld voor de gegevensuitwisseling met andere multi-
Uitgeschakeld
media-apparaten zoals pc's, smartphones, camera's, enz.
Meer informatie hierover is te vinden in het hoofdstuk 'Au-
dio Video Delen-netwerkdienst gebruiken' .
ALLM
Met de ALLM-functie (Auto Low Latency Mode) kan het
televisietoestel afhankelijk van de weergave-inhoud de in-
stellingen voor lage latentie activeren of deactiveren. Als
de optie is geactiveerd, wordt de beeldmodus automa-
tisch op SPIEL ingesteld als het signaal in de ALLM-modus
van de actuele HDMI-bron wordt ontvangen.
TIMER VAN GEEN SIGNAAL
Als uw televisietoestel gedurende 3 minuten geen in-
gangssignaal (bijv. van een antenne of HDMI-bron) ont-
vangt, dan schakelt het televisietoestel in de stand-bymo-
dus. U kunt deze optie activeren of deactiveren.
CEC
(Consumer Electronics Control)
Als u het apparaat in een CEC-netwerk wilt opnemen, defi-
nieert u hier de vereiste instellingen.
Activeer deze functie om de communicatie met alle via
HDMI aangesloten apparaten mogelijk te maken. Zo kunt
u bijvoorbeeld de basisfuncties van alle apparaten in een
HDMI-netwerk bedienen met slechts één afstandsbedie-
ning. Activeer deze functie als u onder de volgende optie
GELUID > GELUIDSUITGANG aanvullende instellingen
wilt vastleggen.
– MODUS
Selecteer de instelling INGESCHAKELD als
u het apparaat via Bluetooth met een extern
Bluetooth-apparaat wilt verbinden. Druk daar-
na op de toets O K om naar mogelijke blue-
tooth-verbindingen te zoeken. Alle gevonden
verbindingen verschijnen dan op het scherm.
Gebruik om het gewenste apparaat te
selecteren en druk op O K om verbinding te
maken.
Vanwege het grote aantal verschillende appa-
raten kan een storingvrije werking niet wor-
den gegarandeerd.
Om de verbinding weer te verbreken, kiest u
de instelling UITGESCHAKELD.
Als u de functie AUDIO VIDEO DELEN deac-
tiveert, is het niet meer mogelijk om audio-,
video- of fotobestanden op de smart-tv weer
te geven. De functie DMR (Digital Media Ren-
derer) is dan uitgeschakeld.
NL
23