Kies een equalizermodus uit het
geheugen
ATTENTIE!
Voor meer informatie over de bediening,
neem dan contact op met de winkelier.
Druk op een voorkeuzetoets om de opgeslagen
equalizermodus te selecteren.
waarmee
de
equalizermodussen
geheugen
worden
voorkeuzetoetsen genoemd.
Draai aan de [SEL] knop en kies
1
PEQ.
2
Druk op de [SEL] knop.
Kies één van de [1] tot [5]-
3
knoppen en houd deze korter dan
als twee seconden ingedrukt.
Het ingestelde patroon wordt uit het
geheugen opgeroepen.
4
Druk op de [RTN] knop.
U kunt nu nog andere aanpassingen
in de normale modus voornemen.
Druk op de [SOUND] of [RTN]
5
knop
klankaanpassingsmodus
verlaten.
ATTENTIE!
Als de ingestelde waarde is gewijzigd,
verschijnt in het display:
1-5 Preset ch No.
De knoppen
in
het
opgeslagen
worden
om
de
te
Bediening van de klankaanpassingsmodus
Meten/weergeven van
frequentiekarakteristieken
De frequentiekarakteristieken van het auto-
interieur kunnen worden gemeten en op het
display
weergegeven.
kunnen als referentie worden gebruikt bij het
aanpassen van de parametrische equalizer.
Deze waardes zijn ook nodig voor het
automatisch
parametrische equalizer-instellingen met de
geluidseffectaanpassingen.
ATTENTIE!
• Pas het time alignment (zie pagina
281) en de crossover (zie pagina
291) aan, alvorens u met het
meten
frequentiekarakteristieken begint.
• Tijdens
frequentiekarakteristieken, worden
de CSII en loudness-instellingen
automatisch gewist.
Verbind een microfoon via een
1
RCA verbinding met het linker
kanaal van de AUX bus van het
deck.
Draai aan de [SEL] knop en kies
2
PEQ.
Plaats de microfoon op hoogte van
de oren, verbind hem met de
hoofdsteun
passend
(Gebruik een stuk plakband of een
touwtje.)
3
Druk op de [SEL] knop.
De modus wisselt nu naar de
parametrische equalizer-aanpassing.
287
De
meetwaardes
compenseren
van
van
het
meten
van
of
met
een
interieuronderdeel.
de
de
de
XII
ander