Bediening
Gebruik van de afstandsbediening
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de afstandsbediening
• Wees voorzichtig met de afstandsbediening, hij is licht en klein. Als hij valt kan hij kapot gaan, de
batterij kan leeglopen of een storing veroorzaken.
• Vermijd contact met vochtigheid, stof en water. Stel de afstandsbediening niet bloot aan schokken.
• Berg de afstandsbediening niet in de buurt van hittebronnen op, zoals op het dashboard of dichtbij
de verwarming. Door oververhitting kan hij vervormen of storingen vertonen.
• Gebruik de afstandsbediening niet onder het rijden omdat dat ongelukken kan veroorzaken.
• Richt de afstandsbediening op de lichtgevoelige ontvanger.
• De lichtgevoelige ontvanger werkt eventueel niet goed als hij aan zonlicht is blootgesteld.
• Druk langer dan twee seconden op de [PWR] knop om de unit uit te zetten alvorens u de auto
verlaat om de accu niet te belasten. Als de hoofdunit uit is, werkt de afstandsbediening niet.
• Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als hij een lange tijd niet wordt gebruikt.
De afstandsbediening reinigen
• Reinig de afstandsbediening met een droge doek. Als de afstandsbediening zeer vuil wordt, reinig
hem dan met een vochtige doek met een beetje verdund vloeibaar wasmiddel. Gebruik geen
alcohol of thinner; hiermee wordt het oppervlak beschadigd.
• Gebruik nooit benzine of thinner. Hiermee wordt het oppervlak van de behuizing beschadigd.
260