9000113
6.4. Onderhoud om de 250 uur
De controle wordt uitgevoerd door de operator, vul sectie 11.2. Serviceprotocolin .
- Doorlopen volgens sectie 6.2. Dagelijks onderhoud.
- Controleer het vetniveau volgens paragraaf 6.3.4. Smeren wormoverbrenging.
- Controleer de centrale smering en eventuele lekkages bij aansluitingen.
- Controleer kantelassen volgens paragraaf 6.4.1. Vulringen kantelbovenstuk.
6.4.1. Vulringen kantelbovenstuk
1. Zorg ervoor dat het kantelbovenstuk tegen
de basismachine staat met behulp van een
gereedschap met een wigeffect. Wig tussen
het rotatorframe en het kantelbovenstuk bij de
kantelas die van de cabine afwijst.
2. Draai de twee bouten van de kantelasring los.
3. Plaats vulplaten aan de binnenkant van de
kantelaxiaalring op de kantelas die naar de
cabine wijst.
4. Monteer de kanteltaatsring terug.
6.5. Speciaal onderhoud
6.5.1. EC-Oil
Reiniging
- Oliekoppelingen, elektrische koppelingen,
smeerkoppelingen en vuilbeschermingen moeten
vóór en na gebruik worden schoongemaakt, om
lekkage van olie of vet te voorkomen en de werking
van EC-Oil te garanderen.
- Indien zich ondanks reiniging nog steeds olie-
of vetlekkage voordoet, raden wij aan om de
vlakafdichting te vervangen.
- Reinig de elektrische aansluitingen dagelijks en spuit
ze in met een waterafstotende spray.
Afbeelding28.
Afbeelding29.
42
6 Onderhoud