3.5 Het gebruik van de afstandsbediening
Afstandsbediening HR43
Draai aan de knop op de afstandsbediening om de draadaanvoersnelheid aan te passen.
Om via de afstandsbediening i.p.v. de draadaanvoersnelheid het geheugenkanaal te wijzigen, verandert u de instelling
van het functiepaneel("Functiepaneel: Systeeminstellingen" op pagina 44).
Afstandsbediening HR40
De HR40-regelknopfuncties worden gedefinieerd door het gekozen lasproces en sluiten aan bij de aanpassingen van de
twee regelknoppen van het functiepaneel.
•
Regelknop 1: draadaanvoersnelheid / kanaal
>> Om via de afstandsbediening i.p.v. de draadaanvoersnelheid het geheugenkanaal te wijzigen, verandert u de
instelling van het functiepaneel("Functiepaneel: Systeeminstellingen" op pagina 44).
>> U kunt in de instellingen van het functiepaneel de minimale en maximale waarden instellen van de draad-
aanvoersnelheid via de afstandsbediening. De minimale en maximale waarden hebben ook invloed op de
nauwkeurigheid van de aanpassing via de afstandsbediening.
•
Regelknop 2: lasspanning / fijnafstelling van lasspanning
>> Past de lasspanning of fijnafstelling van de lasspanning aan, afhankelijk van het actieve lasproces.
© Kemppi
52
Master M 353, 355
Gebruiksaanwijzing - NL
1921960 / 2325