REMKO serie ML-ARCTIC
5.7 Aansluitvarianten van de binnenunit
De volgende aansluitvarianten voor de koudemiddel-, condens- en besturingsleidingen kunnen worden
gebruikt.
Afb. 26: Aansluitvarianten (Aanzicht van achteren)
A: Invoering van de koelmiddelleidingen aan de
wand links
B: Invoering van de koelmiddelleidingen door de
wand links
AANWIJZING!
Een flensverbinding mag uitsluitend buiten de ruimte worden gemaakt. Losneembare, herbruikbare ver-
bindingen zijn binnen niet toegestaan!
5.8 Aansluiting van het binnentoestel bij inbouw van de koelmiddelleidingen.
Mochten de koelmiddelleidingen ter plekke vlak in de apparaten aangebracht worden, let dan op de vol-
gende aanwijzingen. De algemene aansluitmogelijkheden vindt u in de hoofdstukken "Aansluitvarianten van
het binnentoestel" en "Wandhouder".
Let er bij inbouw van de koelmiddelleidingen op, dat de ter plekke aanwezige koelmiddelleidingen niet in een
hoek 90° uit muuropening komen. Door de benodigde buigradius kan het apparaat dan slechts met moeite
resp. niet meer op de wandhouder bevestigd worden.
Voer de ter plekke aanwezige koelmiddelleidingen daarom in een zo vlak mogelijke hoek (<30°) uit de muu-
ropening vanaf de linker zijde in het apparaat. (Afb. 27).
Afb. 27: Aansluiting van het binnentoestel bij inbouw van de koelmiddelleidingen (Uitzicht vanaf boven)
26
D
B
C
A
B
C: Afvoer door de wand rechts
D: Afvoer aan de wand rechts (hiertoe moet de
koelmiddelleiding met 180 graden worden
gebogen)
A
D
C