4
Montage
4.6 Montage type AZR, AZR kort en AZVR
Monteer de koppelingsflenzen op de as aan de
aandrijf- en de aangedreven zijde (zie afb. 26).
De binnenzijden van de koppelingsflenzen moeten
gelijk met de kopse zijden van de assen afsluiten.
Verplaats het power pack in axiale richting tot u
afmeting L bereikt.
Bevestig de koppelingsflens door de stelschroeven
volgens DIN EN ISO 4029 met kratereind aan te
trekken (Aandraaimoment zie tabel 2).
Bouw meeneemflenzen en elastomeerring samen
(zie afb. 27).
Steek de samengevoegde delen tussen de
koppelingsflenzen (zie afb. 28).
Bevestig de delen handvast.
De cilinderkopschroeven met een geschikte
momentsleutel aandraaien volgens de opgegeven
aanhaalmomenten T
Controleer de s- en L-maat na (zie tabel 6, 8 eb 11).
Als de power packs al vast aangetrokken zijn, moet
afmeting s en L worden aangepast door de
koppelingsflenzen axiaal op de assen te
verplaatsen (zie afb. 28).
Na inbedrijfname van de koppeling, moet tijdens de onderhoudsintervallen, het
!
aantrekmoment van de bouten en de slijtage van de elastomeerring gecontroleerd worden.
Waarschuwingsopmerking
ISO 16016 in acht nemen.
POLY-NORM
Gebruikers-/montagehandleiding
in tabel 7, 10, en 13.
A
Getekend:
2-1-2017 Pz
Gecontroleerd:
2-1-2017 Pz
®
Afbeelding 26: Montage van de koppelingsflens
Afbeelding 27: Montage van meeneemflenzen en elastomeerring
Afbeelding 28: Koppelingsinbouw
Vervanging voor:
Vervangen door:
KTR-N
49510 NL
Blad:
19 van 31
Uitgave:
15
KTR-N d.d. 17-11-2016