Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1) en
draai de Motorkap (60) er voorzichtig af.
Zoek naat de Sensorschroef (71) en de Magneet
(45) aan de linkerkant van de Katrol (46). Draai
de Katrol tot de Magneet in lijn is met de
Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Sensorschroef ongeveer 3
mm is. Draai, indien nodig, de 3/4" Schroef (17)
wat los en verplaats de Bladveerschakelaar
enigszins. Maak de Motorkap weer vast (niet
getoond). Maak, indien nodig de #8 x 2"
Schroeven weer vast (niet afgebeeld). Laat de
loopband een paar minuten draaien om te con-
troleren of de snelheid juist afgelezen wordt.
PROBLEEM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen wanneer de sleutel in het bedieningspaneel zit. Trek de
sleutel eruit terwijl de helling verandert. Steek de sleutel er na een paar seconden weer in.
De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en dan weer terug naar het
minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw aangepast.
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan
de loopband beschadigd raken. Verwijder de
sleutel en NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag
naar links. Als de loopband goed vastzit moet u
elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Steek de sleutel in en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal deze handeling tot de loopband goed
vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als er op gelopen wordt, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
3 mm
Boven
Aanzicht
b
5–7 cm
Bijstelbouten van de Ruststandrol
23
1
60
17
45
71
46