System Configuration (Systeemconfiguratie)
Serial Port (Seriële
poort)
SATA Operation
(SATA-bediening)
Drives (Stations)
Smart Reporting
(Smart-rapportage)
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de
geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit
gedeelte worden vermeld wel of niet worden
weergegeven.
Hiermee kunt u instellingen van de seriële poort definiëren. U
kunt de seriële poort instellen op:
•
Disabled (Uitgeschakeld)
•
Auto (Automatisch)
•
COM1
•
COM2
•
COM3
•
COM4
OPMERKING: Het besturingssysteem kan bronnen
toewijzen, zelfs als de instelling is uitgeschakeld.
Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde
vasteschijfcontroller configureren.
•
AHCI = SATA is geconfigureerd voor AHCI-modus
•
ATA = SATA is geconfigureerd voor ATA-modus
•
Disabled (Uitgeschakeld) = De SATA-controller is
verborgen
Hiermee kunt u de diverse op de kaart ingebouwde stations in-
of uitschakelen:
•
SATA-0
•
SATA-1
•
SATA-2
•
SATA-3
Dit veld bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde
stations tijdens het opstarten van het systeem worden gemeld.
Deze technologie is deel van de SMART(Self Monitoring
Analysis and Reporting Technology)-specificatie. Deze optie is
standaard uitgeschakeld.
59