3.1 Inlaat- en uitlaatsecties
Om de operationele stabiliteit te maximaliseren, moet vervorming van het debietprofiel bij binnenkomst in de
debietmeter tot een minimum worden beperkt. We bevelen de volgende richtlijnen aan voor inlaat- en uitlaatsecties
voor verschillende installaties: -
3.1.1 Rechte secties (leidingen)
A
C
Installatie
A
Recht leidinggedeelte
B
Klep stroomopwaarts van
debietmeter
C
Leidingreductie
D
Leidingvergrotinglenging
IM-P736-03-NL EMM-UKn-02
B
Fig. 2
Stroomopwaarts
min. 15 x DN
min. 50 x DN
min. 15 x DN
min. 18 x DN
VLM30-S Vortex Insertie Debietmeter
D
Uitlaatsectie
min. 5 x DN
min. 5 x DN
min. 5 x DN
min. 5 x DN
7