Een Vortex debietmeter mag op elk punt in het pijpleidingsysteem worden geïnstalleerd. Houd echter rekening met
de volgende installatie-/bedrijfsomstandigheden:
-
Naleving van de min/max omgevingstemperatuur en min/max mediumtemperatuur van het apparaat.
-
Naleving van de aanbevolen in- en uitlaat afstanden.
-
De stromingsrichting moet overeenkomen met die aangegeven door de pijl op de sensor.
-
Vermindering van mechanische trillingen van de leidingen (zo nodig steunen voor de montage voorzien).
-
De binnendiameter van de sensor en de leidingen moeten identiek zijn.
-
Vermijden van drukschommelingen in lange leidingsystemen bij nuldebiet.
-
Vermijden van pulserend debiet.
-
Plaats kleppen of afsluiters stroomafwaarts van de debietmeter (meestal: 3 × DN).
-
Bij zuigers, plunjerpompen of compressoren kunnen hydraulische trillingen in de pijpleiding optreden bij nuldebiet.
In zulke gevallen moet er stroomopwaarts van de debietmeter een afsluiter worden geïnstalleerd en/of moeten
er geschikte dempingsvoorzieningen worden aangebracht.
-
Zorg ervoor dat de debietsensor altijd gevuld is met het gemeten medium.
6
3. Installatie
VLM30-S Vortex Insertie Debietmeter
IM-P736-03-NL EMM-UKn-02